Tekstwerk Wieringen

Carwash 2020: kleurige verlichting, schuim, lava, verfrissende geuren, spetterende lichtshow en koffie

Auto wassen wordt uitje: het draait om uitstraling en beleving

 

Even simpel naar de wasstraat is niet meer. Zeker, de klant wil zijn auto goed wassen, drogen, waxen en zuigen, maar hij zoekt ook uitstraling en beleving. Meerkleurige LEDverlichting, schuim, lava, verfrissende geuren, een spetterende lichtshow en natuurlijk koffie maken het uitje compleet. De ondernemer heeft oog voor aansturing, eenvoudige bediening, duurzaam en onderhoud. Christ, Washtec, DICO en ACE over carwash 2020.

 

 

Voor Christ betekent carwash anno nu  onder meer een betere wassing door

het EVO 4 concept waarbij de borstels door hun eigen gewicht tegen de auto aankomen. “Hierdoor is er twintig procent meer contacttijd tijdens een wasbeurt en dus een intensievere reiniging”, vertelt sales manager Frank Souer van Christ over de techniek. “Direct aangedreven motoren, gebruik van frequentie omvormers en smartdry waardoor de drogers effectiever en energiezuinig kunnen worden ingesteld besparen energie”. Ook duurzaamheid telt: zuinig in onderhoud, aandrijfmotoren, onderhoudsvrij en zuinig in water en chemie. Een voorbeeld zijn putten in de grond voor de totale waterhuishouding. De strakke elektrische Christ-systemen hebben direct aangedreven frequentie gestuurde motoren. De powder coating van de gegalvaniseerde en RVS uitvoering moet reinigen van de apparatuur eenvoudig houden en een mooie uitstraling geven. De compleet softwarematige aansturing maakt de kettingwasstraten helemaal instelbaar.

 

Op maat

De nieuwe serie Christ wasinstallaties heeft voor iedere pompshop een wasstraat op maat, rekening houdend met waspotentieel, ruimte en budget. De installatie moet de pompshophouder een hoog rendement opleveren met een super beleving en uitstraling. Zo weet hij zeker dat hij binnen het budget blijft en het maximale eruit haalt qua wassingen, kwaliteit, uitstraling, beleving en tegen minimale kosten.

 

Roll over: tijd en chemie

 

Chemie is een belangrijk onderdeel van moderne autowassystemen, merkt Peter van der Veen van Washtec Benelux. “Omdat tijd steeds meer telt in het wasproces bepalen goede chemische producten met een snelle werking voor een belangrijk deel de kwaliteit van een wassing. Reinigers voor insecten en velgen bijvoorbeeld maken handmatig voorwassen overbodig. Washtec levert roll overs, kettingwasstraten wasboxen, waterbehandelingssystemen en chemieproducten van Auwa. Het Duitse bedrijf kocht dit merk twaalf jaar geleden voor integratie met de ontwikkeling van carwashsystemen in het R&D centrum in Augsburg. Met succes, want Washtec veroverde met complete oplossingen voor carwashchemie in wasstraten, roll-overs en wasboxen de Europese markt met een huidige jaaromzet van 50 miljoen omzet in carwashchemie.

 

Kettingwasstraat: medewerkers en capaciteit

 

Gelden tijd en chemie voor roll overs, voor kettingwasstraten maken medewerkers het verschil. Zij wassen de auto’s voor op de schaduwplekken. De ondernemer die met een kettingwasstraat werkt, kijkt voor een snel wasproces naar de lengte en capaciteit van het systeem. “Een langere wasstraat levert een hogere capaciteit auto’s per uur op. Dat is het belangrijkste onderscheid met de roll over, want twee of drie roll overs naast elkaar is ook capaciteit, echter met een beter verdienmodel en minder medewerkers”, redeneert Van der Veen. “Die roll overs worden steeds vaker in hogere uitvoering gebouwd. Er rijden meer bestel- en bakwagens in Nederland. Ook hoge wasboxen zijn vaker ingericht voor klanten met een motor, boot, camper, caravan of mountainbike.”

“We zien dat er de afgelopen jaren soms overgeïnvesteerd is in met name sommige kettingwasstraten. Misrekening in dure bouw van twee wasstraten waarvan er één meestal niet wordt gebruikt leidt dan al snel naar onrendabel ondernemen. Dat uit zich vervolgens in matig onderhoud, minder personeel en overige bezuinigingen zoals kiezen voor matige kwaliteit chemie.”

 

Hoe dan ook, een goede carwash wordt van levensbelang voor tankstations, verwacht Peter van der Veen. “Carwash levert momenteel de hoogste marge op. Nu tabak mogelijk uit de shop gaat verdwijnen wordt focussen op autowassen helemaal cruciaal om met een bemand tankstation te overleven.”

Beleving is trend

Beleving is een duidelijke trend volgens Washtec: diverse geuren voor verzorgingsproducten, meerkleurige LED verlichting en gemak door het wasprogramma kiezen en betalen vanuit de auto.

Volgens DICO komt beleving naar voren in de nieuwste carwash in Capelle aan den IJssel: gebruik van natuurlijke materialen, hout en groene planten, veel lichteffecten, een goede afzuiging en veel ruimte.

 

Voor ACE begint beleving in de wasstraat zelf. Daarna is het stofzuigplein van grote invloed. Dat moet schoon zijn terwijl voorzieningen als kloppers, luchtspuitjes, doekautomaten en bandenpompen het bezoek compleet maken. Veel ondernemers voegen de showboog met beeldschermen en sfeerlicht toe aan hun carwash ziet Van der Burg. “Het  is natuurlijk mooi om op deze manier te communiceren met de klant. De sfeerverlichting maakt de ultieme show compleet.” ACE werkte aan innovaties als TV schermen, verlichting, schuim, lava en extra voorzieningen op het stofzuigplein.

 

Duurzaam in opkomst

 

Duurzaamheid is een voornaam thema bij de aanschaf van een wasinstallatie. In de Christ-installaties worden vuil en water gerecycled  – waterbesparend en milieuvriendelijk – of gefiltreerd via volledige of gedeeltelijke osmose. Frank Souer: “Een wasstraat compleet op osmose betrekt water uit de bron, bespaart water, chemicaliën en schoonmaakkosten, zorgt voor een frisse washal en schone techniek en borstels. Dit geeft een betere uitstraling. Voordeel is ook dat er geen putten nodig zijn.”

 

Duurzaamheid betekent ook aandacht voor onderhoud en revisie van bestaande wasstraten. Voor Christ gaat het om onderhoudsvriendelijke installaties en eenvoudig integreren van de EVO series in bestaande wasstraten. “Samen met goede scholing van het eigen onderhoud wordt de kans op stilstand zeer gering. Duurzaamheid is ook inspelen op analyse van het wasgedrag.”

 

Duurzaam autowassen:

bij de consument het leeft nog niet

Duurzaam auto wassen leeft volgens Van der Veen van Washtec nog niet zo bij de consument. Hij vraagt er nauwelijks naar. De ondernemer daarentegen is gebonden aan wettelijke eisen voor water- en vuilafvoer. Kettingwasstraten hebben meestal een eenvoudige filtering en hergebruik van water, maar ondernemers zoeken steeds vaker voor een volwaardige waterrecycling. Met een dergelijk systeem wordt zo’n 85 procent van het waswater grondig gezuiverd en geschikt gemaakt voor hergebruik.

Van der Veen: “Ook zijn er al enkele Washtec roll overs met een volwaardig recyclingsysteem maar dit staat nog in de kinderschoenen in Nederland omdat het water hier vrij goedkoop is. In Duitsland en Belgie waar water veel duurder is, verdient recyclen zich eerder terug en is het bovendien wettelijk verplicht om waswater te recyclen. Alleen al in Duitsland heeft WashTec 12.000 volwaardige waterrecycling systemen in bedrijf.”

Bovendien zijn de chemieproducten van Auwa zijn biologisch afbreekbaar, vrij van NTA en gecertificeerd door de Stichting Duurzaam Repareren en Duurzaam Autowassen met het label Groen gedaan. De wasinstallaties van WashTec zijn ook  gecertificeerd door deze stichting. Dit betekent ze onder andere voldoen aan een laag geluidsniveau en energieverbruik.

 

DICO ziet duurzaam eveneens als trend. Voor vuil- en waterafvoer in de wasinstallaties via waterrecycling voor hergebruik van al het afvalwater werkt de leverancier samen met Bleublue uit Belgie. Tevens wordt gebruik gemaakt van een bron met osmosesysteem en compressoren, zoals bij de nieuwe Hello Carwash in Capelle a d IJssel. Duurzaam zijn ook de ruim 1300 zonnepanelen op het dak van het nieuwe autowaslocatie waarmee alle stroom voor de locatie wordt opgewekt. Duurzaam betekent verder aandacht voor onderhoud. De RVS DICO wasstraten gaan technisch minimaal 20 jaar mee bij goed onderhoud.

ACE brengt voor afvoer van vuil en water systemen die altijd passend worden gemaakt; dit is veelal biologische zuivering van het water. Het afvoeren van water gebeurt altijd via een olie- en benzineafscheider en slib wordt altijd in een slibvanger verzameld.

Duurzaam zit in innovaties in onderhoud zoals makkelijk te reinigen tanks, filters, technische ruimtes, minder slangen en vast leidingwerk in portalen, kunststof lagering en doseerpompopstellingen die makkelijk te onderhouden zijn. Verder zijn slimme watersystemen ontwikkeld die het benodigde water optimaal gebruiken en een mix van hergebruikt en vers water garanderen.

DICO bouwt RVS wasstraten voor hoge capaciteit wassingen. Jeroen Visser: “Onze tunnels zijn bij voorkeur elektrisch aangedreven om tot 30 procent energie te besparen ten opzichte van hydraulisch aangedreven installaties. De DICO tunnelsturing kan dezelfde wasborstel diverse aanlegdrukken geven om voorzijde, zijkanten en achterzijde zeer precies te wassen. Wij maken veel gebruik van hoge druk die de auto zeer precies rondom automatisch afspuit. Het RVS is elektrolytisch gepolijst in plaats van gestraald. Hierdoor ziet de uitvoering er uit als chroom en is deze super glad waardoor reinigen van de installatie makkelijker gaat.”

Een innovatie is de onlangs geintroduceerde 60 cm meelopende rondomwasser met meer contacttijd aan voor- en achterzijde van de auto. De hoge drukboog is aangepast met elektrisch aangedreven pendelsysteem met horizontaal liggende spuit nozzles.

De  DICO wasstraten zijn met name ingericht voor stedelijk gebied. Een voorbeeld is de nieuwe carwash die begin deze maand opende in Capelle aan den IJssel. Deze carwash – met 4000 vierkante meter de grootste van Nederland – heeft twee elektrische wasstraten van 58 meter lang, een 50 meter lange baan van 50 meter lang voor auto interieurreiniging, een stofzuigplein plus een uitgebreid CarwashCafé.

 

Nauwelijks handmatig voorwassen

De systemen Holz en PECO van ACE staan voor het bouwen van techniek voor wasstraten in diverse lengtes en opstellingen. “We gebruiken altijd rvs constructies en textiel wasmateriaal”, stelt Sebastiaan van der Burg. ”Ze worden voor elke omgeving qua vervuiling, aantal wassingen en wensen van de ondernemer gebouwd.”

“De installaties worden zo ingericht dat de ondernemer weinig tot niets handmatig hoeft voor te wassen. We kunnen snelheden op de baan realiseren tot soms wel 160 voertuigen per uur. Daarnaast gebruiken we duurzame materialen en installeren we zo dat onderhoud tot een minimum wordt beperkt en installaties een levensduur van tientallen jaren hebben.”

ACE heeft oplossingen om voor de wasstraatklant pakketdifferentiatie te creëren, polish- en poetsportalen in veel variaties en ook schuimsystemen om extra waxen op te brengen. “Zowel Holz als PECO-installaties zijn voor elke locatie geschikt. Ze zijn zo te configureren dat ze passen in een budget waarmee de ondernemer een rendabele exploitatie kan runnen”, aldus Van der Burg.

 

Carwash 2020 in 5 trends

Dit is carwash 2020 in 5 trends volgens Christ, Washtec, DICO en ACE.

Christ:

Beleving

Kwaliteit

Snelheid

Lage onderhoudskosten

Duurzaamheid

 

Washtec:

Betaalgemak: via een pinterminal en contactloos betalen direct bij de roll-over, in de wasbox of via een app.

Abonnement wassen: onbeperkt wassen voor een vast bedrag per maand wordt steeds interessanter voor de consument, maar vooral ook voor de ondernemer.

Wassen: snel maar met behoud van een optimaal was- en droogresultaat. Look & feel is belangrijk om er ook nog een feestje van te maken.

Show en beleving: gekleurd LED licht in de roll-over, wielgeleiding voorzien van LED-verlichting.

Chemie: prettige neutrale geuren tijdens het wasproces zoals voorreiniging, wassen en lakverzegeling met polish of wax.

 

DICO:

Schaalvergroting: net als tien jaar geleden in de supermarktbranche. Er komen meer grote carwashbedrijven op strategisch goed gelegen plekken.

Vergroening: zonnepanelen, minder chemie en waterrecycling.

 

ACE:

Beleving: het echte wow effect voor de klant creëren

Voorzieningen op het stofzuigplein: zodat de klant zijn auto echt kan verwennen

Binnenreiniging van de voertuigen op een band: ook snel de binnenkant schoon onder het genot van een bak koffie.

Gebruik van vers water tot een minimum terugbrengen: biologische zuiveringen worden steeds beter.

Minimaliseren van onderhoudskosten.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Betere proceskennis maakt onderhoud AVI’s voorspelbaar

Foto’s: AVR Duiven, World Class Maintenance (WCM)

 

Gouda Vuurvast Services ontwikkelt simulatiemodel voor afvalverbrandingsinstallaties

 

Een  model voor voorspelbaar onderhoud van afvalverbrandingsovens bespaart tijd en onderhoudskosten. Dit is de insteek van Gouda Vuurvast Services dat samen in het project De Lerende Steen van WCM (World Class Maintenance) een real time simulatie ontwikkelde.

Met de real time gemeten procescondities worden diverse vuurvaste materialen getest in de proefinstallatie die is gebouwd door ECN/TNO. De output zal nieuwe inzichten opleveren over faalmechanismen en het gebruik van andere vuurvaste materialen. Verder zal de opgedane kennis, door het meten van vele parameters, leiden tot een beter verbrandingsproces en lagere onderhoudskosten. De input van de data komt van AVR Afvalverwerking in Duiven.

Gouda Vuurvast Services, dat vuurvaste materialen voor verbrandingsovens engineert, levert en installeert, maakte de resultaten van het project De Lerende Steen bekend tijdens haar tweejaarlijkse relatie-event dat onlangs plaatsvond in co-productie met World Class Maintenance.

Afvalsamenstelling verandert: meer schades in ketels

Arie van Vliet, directeur van Gouda Vuurvast Services, vroeg zich destijds af hoe het kan dat ovens van vuilverbrandingsinstallaties maar een keer per jaar of een keer per twee jaar open gaan om schade aan de bekleding vast te stellen. Het gaat dan altijd om post mortumonderzoek dat in voortschrijdend inzicht zou moeten veranderen.

Die schades in ketels nemen de laatste acht, negen jaren toe, constateert bedrijfsleider Mark Scheltes van Gouda Vuurvast Services.  “Dit is te verklaren door de verandering in de samenstelling van het afval, dat sinds die tijd deels bestaat uit geïmporteerd buitenlands afval. De stenen bij AVR Duiven smolten ineens. Dat vormde de start van het project De Lerende Steen.”

“In dat buitenlandse afval zitten meer chlorides, broom, antimoon en dergelijke, waardoor de chemische samenstelling van het afval sterk is veranderd.  Dit afval is tevens fijngemalen en hoog calorisch”, zo verklaart hij.

Schademechanismen

Het project dat na drie jaar onderzoek is afgerond, moest uitwijzen hoe de levensduur van vuurvaste materialen en andere installatiedelen kan worden verlengd en hoe de vervangingskosten omlaag kunnen. Het project bestond uit meetcampagnes bij de asset owner, het uitvoeren van testen in een proefoven op basis van de uitkomsten van meetcampagnes, het bepalen van de belangrijkste parameters en algoritmes en optimalisatie van het proces en het vuurvast. “We hebben zaken gemeten en vastgesteld en zijn met het ontdekken van schademechanismen in de installatie nagegaan hoe we het ontstaan daarvan kunnen voorkomen, niet alleen in de ketel, ook aan de membraanwanden en ankers”, vertelt Mark Scheltes.

Afvalverbrandingsinstallaties kunnen met een betere procescontrole kosten besparen, zo blijkt uit het project. Hoeveel dit is is lastig te zeggen volgens Scheltes   ”maar voorzichtig geschat moeten 20 tot 30 procent  lagere onderhoudskosten mogelijk zijn. En zonder dat de output nadelig wordt beïnvloed; zo is de stoomproductie voor elektriciteit en stadswarmte niet naar beneden gegaan.”

Sensoren in vuurvaste steen geven procesinzicht

Met meer inzicht in het proces zou schade in de installatie efficiënter na te gaan zijn en daarmee onderhoud voorspelbaar en tijd- en kostenbesparend maken, dacht Van Vliet. Hij bedacht het idee van een vuurvaste steen met sensoren die inzicht geeft in het verbrandingsproces in de oven. De steen zou parameters meten en faalmechanismes aangeven.

Nog meer inzicht in het proces zou een asset management model bieden dat het verbrandingsproces real time bestuurt, zo ontdekte hij tijdens het uitwerken van het idee. Prioriteit kreeg het verzamelen van data aan de hand van een rekenmodel gebaseerd op algoritmen en deze vervolgens opbouwen in een simulatiemodel om onderhoud voorspelbaar te maken.

Omdat dit een uitgebreid en kostbaar R&D traject zou betekenen, begon Gouda Vuurvast Services enkele jaren geleden samen met projectpartners Hogeschool Amsterdam, Asset Management Control Tools & Training, technisch praktijktrainingscentrum Vakwijs, Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) part of TNO, Galileo en World Class Maintenance (WCM) het project De Lerende Steen. Later kreeg het project financiële steun vanuit het EFRO-programma Kansen voor West en de provincie Noord-Holland.

De data van de proefinstallatie bij ECN/TNO in Petten geven informatie over de verbrandingsprocessen die er net als in de praktijk plaatsvinden.

 

Testinstallatie simuleert situaties

Bij ECN in Petten is een proefopstelling gebouwd waar de data vanuit de praktijk, afkomstig van AVR in Duiven, worden getest. De gegevens uit de praktijk in Duiven en uit de testinstallatie worden omgezet in algoritmes die in de controlekamer en het simulatiemodel worden gebruikt. “In de testinstallatie worden diverse situaties gesimuleerd hoe vuurvaste stenen qua samenstelling en bereidingproces kunnen worden verbeterd om de standtijd te verlengen. De input van data vanuit de installatie hier op de locatie is essentieel om de voordelen en besparingen in kaart te kunnen brengen”, vertelt Gert Sterk, hoofd Plant Performance & Engineering van AVR Duiven.

 

AVR Duiven

Omdat de vuurvaste bemetseling bij AVR in Duiven een heel korte levensduur had ging Gouda Vuurvast Services samen met deze praktijkpartner in het project op zoek naar verbeteringen in de afvalverbrandingsinstallatie.

AVR verwerkt afval dat anders gestort zou worden. De verbrandingscentrale levert daarmee energie aan zo’n 300.000 huishoudens, proceswarmte aan naburige bedrijven en CO2 als grondstof voor de glastuinbouw.

Omdat de installatie in Duiven geen watergekoelde wanden heeft, ontstonden er in het vuurvaste deel grote aanbakkingen. Gouda Vuurvast Services heeft een hittebestendige camera in het vuur laten zakken die tijdens het gebruik van de verbrandingsoven veel informatie opleverde.

Maatregelen verlengen levensduur

Een van de maatregelen om de levensduur te verbeteren zijn de luchtgekoelde tegels in een handzaam formaat die AVR voor de oven liet ontwikkelen. Ook werd in de oven in bedrijf met ‘hot spot repair’ beton gespoten om schades te repareren. Vervolgens werd de oven weer op verbrandingsniveau naar normale productie gebracht.
De stenen van de installatie zijn bevestigd met ankers die corrosiegevoelig blijken te zijn. Door op de ankers een thermokoppel te plakken met een log erbij, ontdekten de onderzoekers van Gouda Vuurvast Services dat de temperatuur van de ankers soms wel 600 tot 700° C is en samen met de temperatuur van rookgassen fluctueert. Om meer over de oorzaken van degraderen van vuurvast te weten te komen nam ECN/TNO metingen in de ketel op samensteling en type afzettingen. Er werden tevens sterke fluctuaties in de temperatuur ontdekt.

“Met een diagnostische sonde zijn de samenstelling en temperatuur van rookgassen nagegaan en er blijken periodiek excessieve temperaturen van meer dan 1400°C te zijn. Er zijn monsters genomen van de slaklaag langs de wand op locaties waar eerder schade werd aangetroffen. De kristallen in de samenstelling zijn een teken dat het volledig gesmolten is geweest”, aldus onderzoeker Mariusz Cieplik van ECN/TNO dat voor gefundeerde simulatie de GROB (Grote Roosterverbranding Opstelling Biomassa) als een AVI heeft opgebouwd.

Bij de steenanalyses blijken er grote verschillen in type en dikte van de as- en slakaanslag tussen verschillende testen. Ook zijn er zichtbare verschillen in steendegradatie afhankelijk van type steen, brandstofpakket en temperatuur. Bij de ankers is zeer veel degradatie te zien, zelfs bij betaalbare duurdere materialen.

Wat AVR concreet gaat doen met de maatregelen? “De procesvoering zal niet wijzigen. De installatie en gebruikte materialen zullen bestand moeten zijn tegen de procescondities”, verduidelijkt Gert Sterk van AVR Duiven. “Materiaalkeuzes zijn in de loop van de jaren steeds een beetje aangepast. Constructief heeft er een kleine aanpassing plaats gevonden waardoor de schade aan de luchtgekoelde wand beduidend kleiner is geworden”. Met hoeveel de maatregelen de levensduur verlengen is nog niet te zeggen. “Maar in het verleden moest er elk jaar een redelijk groot gedeelte worden vervangen en na aanpassing was dit na een jaar niet nodig.”

Ongeplande stilstanden bij een vuilverbrandingsoven resulteren in hoge gederfde inkomsten. Deze zijn meestal hoger dan de kosten voor de reparatie. Afhankelijk van de storing variëren de kosten van enkele duizenden tot enkele tienduizenden euro’s per ongeplande stilstand.

Was predictive maintenance voorheen een keer per jaar aan de orde, nu is dat eens per achttien maanden. De maatregelen besparen in tijd aan onderhoud, het gaat nu om een stop in drie jaar tijd. Dit komt neer op gemiddeld een week per jaar. Wat die  besparing in kosten is? Sterk: “Veel, hier geef ik geen gedetailleerd antwoord op”.

Andere AVI s kunnen in de praktijk aan de slag met de ontdekkingen uit de testen van de installatie bij TNO/ECN in Petten. ”Ze kunnen worden toegepast bij veel AVI’s. Uiteraard alleen als ze toepasbaar zijn; geen enkele AVI is gelijk”, aldus het hoofd Plant Performance & Engineering

 

Asset managementmodel: voor de praktijk

De resultaten van drie jaar onderzoek De Lerende Steen hebben geleid tot een asset managementmodel, een praktisch systeem dat duidelijk maakt hoe de AVI werkt en welke invloed verandering in procesvoering heeft op de standtijden en wat dat voor effect heeft op de onderhoudskosten van de installatie.

Zo kan het management sturen op Performance Killers en Cost Drivers. Ook wordt zichtbaar  waar problemen zijn te verwachten en hoe eco-verbeteringen zijn te behalen. Het model stimuleert teamwork door alle actoren expliciet te benoemen. Tot slot maakt eenduidige informatie de besluitvorming beter en de organisatie slagvaardiger.

 

 

 

 

De nieuwste snacks zijn vegan en gezond

Ondernemers signaleren de trend, de vraag is nog niet overal

De traditionele snacks blijven populair op de menukaart van de shop, maar de nieuwste snacks zijn vegan en gezond. De trend is niet te missen, want de hele foodmarkt beweegt naar plantaardig, meestal gekoppeld aan duurzaam en bewust. Ondernemers in petrol signaleren de trend, de vraag is nog niet overal. Tankstations maken voorzichtig ruimte voor plantaardige alternatieven. Vegan wordt een blijvertje.

Dicht bij originele vleesvariant

Van Geloven brengt Mora vegetarische kroket, bitterbal, kipkorn en frikandel

Van Geloven introduceerde begin vorig jaar een range vegetarische producten in zowel foodservice als retail. Onder het merk Mora is samen met De Vegetarische Slager de vegetarische kipkorn, de vegetarische Draadjesvleesch kroket voor frituur en oven en de vega bitterbal gelanceerd. “Het zijn stuk voor stuk producten die niet te onderscheiden zijn van de originele vleessnack. Met deze producten bewijst Van Geloven dat vegetarisch snacken niet alleen bewust, maar ook heel erg lekker kan zijn”, vertelt Jan-Willem ter Veer, key account manager out of home. “De vegetarische frikandel wordt deze maand op de Horecava aan deze range toegevoegd. De vegetarische snack is gemaakt van soja- en tarwe eiwit, kippeneiwit, plantaardige vezels en de bekende frikandelkruiden.”

“Van Geloven ontwikkelt alle vegetarische snacks van Mora samen met de Vegetarische Slager. Het eindresultaat zit qua uiterlijk, smaak en structuur heel dicht bij de originele vleesvariant. Voor ons het uitgangspunt van al onze vegetarische snacks.“

Grote doelgroep voor vegan

Vegetarische food producten worden steeds vaker aangeboden binnen petrol, ziet Ter Veer. “Vegetarische snacks op basis van vleesvervangers zijn echter nog nauwelijks verkrijgbaar. Meestal blijft dit beperkt tot een kaassoufflé of een vegetarische bamischijf. Grenzen aan het aantal te voeren snacks, beperkte ruimte in de warmhoudkast en twijfels of er wel vraag naar is zijn de meest voorkomende redenen om geen vegetarisch snackassortiment aan te bieden.”

“Een gemiste kans: de potentiële doelgroep van vegetarische snacks is namelijk zeer omvangrijk en omvat niet alleen vegetariërs, maar ook flexitariërs en zelfs vleesliefhebbers”, stelt Jan Willem ter Veer. “Kortom: potentie genoeg voor vegetarische snacks in petrol. De uitdaging is om de consument te bereiken en in de shop te verleiden om deze lekkere vegetarische snacks te proberen.”

 

Vegan en feiten

Dit zijn enkele feiten over vegan:

– in Nederland zijn ruim 750.000 personen vegetariër

– 2/3 van alle Nederlanders claimt flexitariër te zijn en eet om die reden af en toe bewust geen vlees*

– de meest genoemde motivatie voor het consumeren van vegetarische producten zijn dierenwelzijn, milieu & vleesconsumptie*

– er is een groeiende groep consumenten die wel van snacks houden/hielden maar geen of veel minder vlees willen eten*

– bijna een jaar na introductie heeft Mora met de vegetarische snacks ruim een 0,5 miljoen van alle Nederlandse huishoudens bereikt, hetgeen aantoont dat veel meer mensen dan alleen vegetariërs fan van deze producten zijn *

* onderzoek We Jane 2018 in opdracht van Mora

Bewust gezond onderweg

Freggies: circulair plantaardige snacks

De plantaardige snacks van Freggies zijn gericht op de klant die ook onderweg bewust gezond wil eten. “De fingers, balls en medaillons zijn gemakkelijk te bereiden in oven of toaster. De frituur in de shop hoeft niet aan”, vertelt Mike Maduro die het concept ontwikkelde.

“Voor klanten die onderweg een snelle plantaardige maaltijd willen is er Freggies Planty Meats, voorgegaard op basis van gmo-vrije sojateelt en verkrijgbaar in saté met vegan satésaus, crispy bites en stoof.”

Het plantaardige concept is gemaakt op basis van kikkererwten, linzen, verse kruiden en duurzaam door de verwerking van overblijvende vezels uit geperste groentesappen. Freggies is laag in calorieën en vezelrijk en draagt bij aan minder voedsel verspillen en bewustere eetgewoonten.

Extra groenten snacken on the go

No Fairy Tales tortilla’s bij Shell deli2go en Spar Express

Zo’n zestig Shell stations met een deli2go hebben nu enige tijd vezelrijke groentetortilla’s van No Fairytales in hun shopassortiment. De startup werkt in het gezonde on the go alternatief samen met Bakerstreet. De ambitie is consumenten meer groenten laten eten en overgewicht terugdringen met kant en klare gevulde tortilla’s die voor 45 procent uit groenten bestaan en 25 procent minder calorieën bevatten. De wortel tortilla met pulled chicken heeft bij Shell deli2go een testperiode gedraaid en zal waarschijnlijk terug komen in een nieuw jasje.

Ook de achttien shops van Spar Express hebben binnenkort de snack met extra groenten voor onderweg. Hier is een nieuwe gevulde paprika-chilitortilla met pulled pork van No Fairy Tales verkrijgbaar. “De consument wil gemak, maar dan wel het liefst gezond. Een mooie ontwikkeling, waar onze producten zich goed voor lenen”, vertelt  Bernadette Kooijman van No Fairytales.

Helft van de klanten is Nederlands

Kadir’s worstenbroodje met rundvlees

Voor de klant die vanwege het geloof geen varkensvlees mag eten – maar zeker ook voor andere klanten – is er het worstenbroodje met rundvlees van Kadir Food.

Ondernemer Kadir Ahmed, opgegroeid in Brabant de provincie van het worstenbroodje, zag het product overal maar mocht het niet eten. Hij ontwikkelde een variant met rundvlees en laat het produceren bij een lokale bakkerij.  De vraag stijgt inmiddels zo hard dat Kadir de mogelijkheden onderzoekt om zelf te produceren.

Het worstenbroodje dat zowel koud als warm kan worden gegeten, is verkrijgbaar bij enkele MultiEnergy tankstations in Den Haag. “Bij Multi Energy Services zijn we ook met het frikandelbroodje begonnen en dat gaan we nu uitbreiden met  saucijzenbrood en wraps”, vertelt Ahmed.

Dit jaar ligt het worstenbroodje verder bij alle dertien vestigingen van Tony’s coffee & more en Tony’s streetfood in Nederland. De shopformule van De Haan is te vinden aan uitvalswegen en snelwegen.

Kadir: “Dit zijn locaties waar veel traffic is en de klant snel wat kan eten. Het probleem bij tankstations is dat de etnische consument er geen producten kan kopen, enkel een kaasbroodje of krentenbol”.

De ondernemers die het worstenbroodje in het assortiment hebben, zien het product als toegevoegde waarde. “Het is een bekend en traditioneel product dat door iedereen kan worden gegeten. Meer dan de helft van de consumenten die mijn worstenbroodjes kopen is overigens Nederlands”, vertelt Kadir. De klant koopt dit worstenbroodje ook vanwege kwaliteit en smaak. “Het broodje heeft een vijftig procent vulling van rundvlees. Ik merk bovendien dat steeds meer mensen rundvlees eten”, constateert Kadir Ahmed.

Enorme kansen

Het product biedt enorme kansen voor de consument onderweg, ziet Ahmed. “Nederland telt ruim vier miljoen consumenten die onder de CBS-definitie Inwoner met een migratieachtergrond, eerste en tweede generatie vallen. Daarbij komen nog burgers van de derde en latere generaties die hun wortels geheel of gedeeltelijk buiten Nederland hebben. Verder zijn er de Nederlandse klanten die het worstenbroodje als een lekker en bekend product beschouwen.”
Kadir Food wil dit jaar het worstenbroodje naar meer tankstations brengen. “Op dit moment is de vraag groter dan het aanbod. We zijn met verschillende partijen zoals Vissers Energy Group en EG Group in gesprek om onze andere producten, het frikandelbroodje ,saucijzenbroodje en wraps, op meerdere locaties verkrijgbaar te maken. We denken met name aan tankstations vlakbij de Randstad.”

Gehaktbal, gehaktstaaf, rundvleeskroket, kipsatékroket en bamihap:

Vertrouwde snacks blijven basis in iedere shop

De vertrouwde snacks houden hun stevige plek op het menu, ondersteund door leveranciers zoals GoodLifeFoods. Het bedrijf werkt op diverse manieren samen met ruim vijfhonderd vrije pompstations om meer snacks te kunnen verkopen. “We adviseren ondernemers in een uitgekiend oven- en frituurassortiment”, vertelt key account manager Vincent du Pon. “We gaan best ver in het meedenken”, vertelt hij. “Ondernemers hebben de mogelijkheid om voor een scherpe prijs een oven en warmhoudkast aan te schaffen met vijftien dozen gratis snacks, waardoor de aanschaf zeer laagdrempelig is.”

“Daarnaast kunnen wij divers promotiemateriaal leveren om de verkoop te bevorderen. Denk aan onder andere digitale menuborden, narrowcasting en bereidingswijzers voor personeel”, aldus de key account manager van GoodLife Foods. Sinds een jaar is dit de naam voor zeven snackbedrijven van voorheen Izico Food Group waaronder Van Oers.

Basisassortiment in alle shops

“Geen station is hetzelfde, dus we proberen het assortiment snacks altijd zoveel mogelijk aan te laten sluiten op de plaatselijke behoeften. Maar dit basisassortiment ligt normaal gesproken in alle shops: gehaktstaaf, rundvlees kroket, kip saté kroket, bami hap en de gehaktbal.”

De gehaktbal wordt vaak in combinatie met het Ballen hotpot concept gepresenteerd.

“Dit concept is samen met Unilever ontwikkeld. Unilever is leverancier van de Knorr vleesjus en GL Foods levert de Meesterlijke gehaktbal. Inmiddels zijn er rond vierhonderd Hotpot concepten bij benzinestations weggezet.”

“Dit jaar gaan alle kaarten op een introductie van een nieuw Mexicano product. We verwachten veel van dit product en rekenen op een brede distributie en een goede doorstroming. Het product is groots op de Horecava gelanceerd”, kondigt hij aan.

 

Snacks en broodjes: omzetmakers

Snacks en broodjes zijn qua omzet en opbrengst zo belangrijk voor het tankstation dat de benzinemaatschappijen, grotere clusters en de individuele stations hun eigen foodconcepten hebben. GL Foods is nadrukkelijk aanwezig binnen concepten als GoFresh/Spar bij Esso, Deli2Go bij Bakerstreet/Shell, Enviem bij Gulf, Lukoil, Moments & More bij VEG en Tony’s bij De Haan Minerale Oliën.

 

Vegan en halal gaan groeien

 

Reguliere snacks doen het qua omzet relatief goed, constateert Du Pon. “Tankstations kunnen met extra aandacht en relevante introducties de omzet licht laten groeien”. Daarnaast gaat de omzet in vegan en halal in de toekomst verder stijgen verwacht hij. “Er komt steeds meer belangstelling voor vegan, maar dit is nog zeer gering in omzet. Dat dit segment de komende jaren gaat toenemen is gezien de media-aandacht en milieubelangstelling zeer aannemelijk. Halal gaat eveneens groeien, maar ook dit segment is vandaag de dag nog klein en zeer plaatselijk”.

Ondernemers bepalen

Vrije ondernemers hebben juist met snacks een forse invloed op het verkoopsucces in de shop aldus Du Pon. ”Individuele ondernemers zijn doorgaans zeer betrokken bij de samenstelling van het assortiment. Ze hebben hier ook een duidelijke mening en dus inbreng over. Ook over de wijze van presenteren van snacks willen ze zelf beslissen. Willen ze nieuwe producten aan het aanbod in de shop toevoegen, dan maakt testen in een promo of actie snel veel duidelijk. Individuele stations zijn in principe vrij in het zelf inkopen van bijvoorbeeld actie- en seizoensproducten, tenzij er assortimentafspraken zijn gemaakt met een snackleverancier”.

 

 

 

Eén vuilniswagen voor de binnenstad in Waregem

Ria Besseling

Beeld: Imog

 

Vanheede Environmental Group test ophalen afval inwoners en bedrijven

In het Belgische Waregem startte vorige week een proefproject waarbij één   vrachtwagen het restafval van inwoners en bedrijven in de binnenstad ophaalt.

De proef waaraan onder andere afvalbedrijf Vanheede Environmental Group in Wervik-Geluwe deelneemt, vindt plaats in het kader van het Urban Waste Collection project van de logistieke speerpuntcluster VIL.

“Zo rijden we minder kilometers voor hetzelfde afval”, zegt Caroline Vanheede, Executive Director Vanheede Environmental Group. “Via innovatie en co-creatie zetten we maximaal in op duurzame mobiliteit in de binnensteden.”

“Met het inzamelen van huishoudelijk restafval en vergelijkbaar bedrijfsrestafval door één vrachtwagen is het niet meer belangrijk wie het afval buiten zet, maar wel wat en hoeveel”, verklaart Koen Delie van Imog, Intergemeentelijke Maatschappij voor Openbare Gezondheid in zuid-west Vlaanderen, partner in de proef.

Ook Stad Waregem en A3 verhuur dat vuilniswagens, veeg- en zuigmachines, containerwagens verhuurt en verkoopt, nemen deel in het project.

Uit de proef komt mogelijk een leertraject voort met aanbevelingen voor meer Vlaamse steden.

 

In de Vlaamse binnensteden rijden vaak meerdere vuilniswagens rond, zowel van private als openbare inzamelpartners. Vanwege veiligheid, mobiliteit en milieu is hier veel ruimte voor verbetering.

Om het ophalen van bedrijfsafval efficiënter te maken zijn investeringen nodig in technologie en materieel.  Het VIL project Urban Waste Collection gaat onderzoeken hoe bedrijven dit het beste kunnen aanpakken en waarin zij moeten investeren.

 

Het uitgewerkte logistieke concept kan in alle Vlaamse steden worden toegepast. Het  VIL-project wil bijdragen aan de leefbaarheid van de steden op het gebied van veiligheid, emissies en mobiliteit, maar ook perspectieven bieden voor een maximale valorisatie van stedelijke bedrijfsafvalstoffen.

 

Minder eten verspillen in de shop: een plus voor klant en ondernemer

(more…)

De Valk Wekerom Meppel produceert nu biovoeders op eigen lijn

Tekst: Ria Besseling

Beeld: De Valk Wekerom

De Veevoederproducent De Valk Wekerom gaat zelf in Meppel  biologische veevoeders produceren. Het bedrijf investeerde hiervoor in een nieuwe eigen productielijn die deze zomer operationeel is. Arie van Middendorp, bedrijfsleider van de vestigingen Lunteren en Meppel is verantwoordelijk voor het investeringsprogramma in Meppel, geeft uitleg over de nieuwe productielijn.

De nieuwe fabriek voor biologische veevoeders in Meppel is zodanig ingericht dat reguliere en biologische grondstoffen gescheiden zijn van elkaar. “Dat geldt voor de inname van de grondstoffen, voor de maal- en menglijn en de perslijn en ook voor de premixen, mineralen, vloeistoffen en laadstraat. Het zijn kortom twee compleet gescheiden fabrieken op een locatie”, vertelt  Arie van Middendorp.

Aanleiding voor de uitbreiding op de locatie is de landelijk sterk stijgende vraag naar biologische veevoeders. Bij De Valk Wekerom is de omzet van biologisch voeder vorig jaar gestegen met ruim 30 procent. De verwachting is dat dit de komende jaren verder toeneemt. De coöperatie heeft al sinds 2001 biologisch voer in haar assortiment maar liet deze productstroom tot voor kort bij derden produceren. “Door de groei van de afgelopen jaren wordt het nu interessant om het in eigen beheer te gaan produceren. De fabriek, die acht jaar in ons bezit is, wordt nu al uitgebreid met een tweede fabriek. Door in de biologische productie een samenwerking aan te gaan met AgruniekRijnvallei wordt de productie in Meppel hoger. Hierdoor nemen de kosten per ton af en dat is gunstig voor onze klant. Daarnaast kan door de samenwerking fabriekspecialisatie worden doorgevoerd”, legt de bedrijfsleider uit.

In de nieuwe fabriek zijn de maal- en menglijn voorzien van een wals,  hamermolen en menger met een perslijn, ingericht door Van Mourik Machinebouw, Strukton voor de elektriciteitsvoorzieningen en Engie voor automatisering. “De nieuwe enkelassige menger van Van Mourik, heeft een capaciteit van van drie ton, is prima geschikt voor het doel en voldoet aan de huidige wet- en regelgeving om goede meetprocedures uitvoeren”, aldus Van Middendorp. “Dit is bovendien een mooie compacte menger die prima past in de nieuwe afdeling. We hebben gekeken naar een paddle, maar die zijn veel groter. Hiervoor ontbrak de ruimte.” Voor het afvullen en verwerken worden de batches voor 99 procent in bulk verwerkt.”Dat varieert gemiddeld van 20 tot 32 ton per vracht”.

 

De pers die hier tijdens de verbouwing werd geplaatst, is een vrij standaard onderdeel van de nieuwe productielijn. De machine werd tweedehands aangekocht, gerenoveerd en goedgekeurd door de NVWA.

 

 

De wals bij De Valk Wekerom heeft een aantal aanpassingen die specifiek voor de sector zijn. Over welke dat zijn laat Van Middendorp zich niet uit. (foto’s: De Valk Wekerom Meppel)

 

De opstelling van de nieuwe proceslijn, die een capaciteit van 30 á 35 ton per uur  heeft, is voor een groot deel vergelijkbaar met de bestaande. De installaties die op de locatie operationeel worden, bestaan voor regulier en voor biologische voeders uit de wals, hamermolen, menger mixer en persen. “Er is weinig verschil tussen beide lijnen, al is de nieuwe lijn wel op details aangepast. Dit om in kleine stappen naar een efficiënter proces te gaan.” Welke innovatieve oplossingen dit zijn? Daar laat van Middendorp zich niet over uit.

Andere oplossingen waaronder Atex-maatregelen zijn in de complete grondstoffenlijn meegenomen, tot en met de menger. De nieuwe machine voldoet aan de richtlijn en is state-of-the-art.

In totaal heeft coöperatie De Valk Wekerom in 2018 bijna 257.000 ton voer verkocht. Deze zomer wordt die productiecapaciteit verhoogd met 35.000 ton extra. “In de opstartfase is het de bedoeling om dit volume te produceren en op termijn zal dat toenemen”, verwacht Middendorp. “De installatie is dusdanig flexibel ingericht dat de verwachte volumestijging naar de toekomst toe opgevangen kan worden. Er is voldoende ruimte in de capaciteit.”

Is er mogelijkheid tot uitbreiden van de lijn? Ja die is er, bevestigt de bedrijfsleider. “De begincapaciteit is in mijn ogen heel gemakkelijk houdbaar. We moeten met deze maal- en menglijn zeker vooruit kunnen. We hebben een omgevingsvergunning van 7 x 24 uur, terwijl we 8 tot 10 uur gaan draaien. De reguliere lijn draait 10 tot 12 uur en eigenlijk kan het personeel dit gemakkelijk aan. We voorzien 1,5 tot 2 extra medewerkers in de personele bezetting dus dit kan goed uit”, zo berekent hij.

De besturing voor de bio-lijn is volledig opgenomen in de huidige besturing, maar toch ook weer gescheiden van de reguliere fabriek. Het hart van de besturing is een Siemens PLC S7 met een deel bediening met touch screen voor bediening in het veld en voor de bulkwagens bij stort.

Een deel bestaat tevens uit grotere schermen in de bedieningsruimte. “Dit biedt meer overzicht en werkt rustig voor de medewerkers. Bovendien zorgt deze opzet voor een snelle en flexibele sturing van productie. Door de besturing van de biologische fabriek in de huidige automatisering op te nemen kunnen we met weinig extra arbeidskrachten toch de beide lijnen bedienen”.

De Valk Wekerom telt op de locatie Meppel nu vier medewerkers, maar gaat naar  vijf en waarschijnlijk zes nieuwe medewerkers. Daarvan komen er 1,5 of 2 op de nieuwe afdeling te werken. Door de centrale automatisering vanuit de regelkamer kunnen de mensen in dezelfde tijd invloed op het proces uitoefenen. De Valk Wekerom koos voor deze oplossing omdat op deze manier de efficiency in productie en logistiek van de nieuwe afdeling verbetert.

Flexibiliteit versnelt

De nieuwe lijn leidt voor De Valk Wekerom tot een versnelde flexibiliteit van uitlevering, een uitbreiding van productvarianten en een vergroting van tailor made aanbod, voorziet Van Middendorp. “Door te opereren met gescheiden lijnen in één gebouw met één automatisering kunnen wij met weinig arbeidskrachten op een efficiënte wijze biologisch voer produceren. Doordat wij zelf de regie hebben kunnen wij snel bijsturen op marktontwikkelingen en klantspecifieke wensen”.

Over De Valk Wekerom

Coöperatie De Valk Wekerom UA met vestigingen in Lunteren en Meppel, produceert jaarlijks rond de 255.000 ton veevoeder. Dat gaat voor het overgrote deel naar pluimvee-, rundvee, geiten- en varkenshouders. De coöperatie is actief in de Gelderse Vallei en Noord-Midden-Nederland. Deze gebieden worden met eigen chauffeurs en vrachtwagens vanuit de twee productielocaties bediend.

Het bedrijf kende over 2018 een prima jaar. De omzet in tonnen vanuit eigen verkoop steeg met 3,2%. De jaaromzet ging met 4% van 78 miljoen euro in 2017 naar ruim 81 miljoen euro vorig jaar. Het nettoresultaat bedroeg 305.003 euro, de solvabiliteit steeg van 45% naar 47%.

 

 

 

 

Mud Jeans wil volledig gerecyclede spijkerbroek ontwikkelen

Tekst: Ria Besseling

Beeld: Mud Jeans

 

Innovatieve recycletechniek moet jeans opschalen naar verder circulair 

Mud Jeans wil een volledig gerecyclede spijkerbroek gaan ontwikkelen. De  jeansfabrikant, al actief met hergebruik van gebruikte spijkerbroeken, wil mechanische en innovatieve chemische recycling combineren tot een nieuwe duurzame techniek. Het project moet aantonen of het technisch en economisch haalbaar is om jeans van post-consumer gerecycled katoen te produceren. Een inkijkje in keten en productie van het Recover Upcycled Textile System bij Ferre, Spaanse specialist in kledingrecycling.

De fabriek van Recover in Banyeres de Mariola bij Valencia, waar Mud Jeans haar ingezonden gebruikte spijkerbroeken naar toe brengt, is gespecialiseerd in recycling en innovaties in verduurzaming voor de kledingindustrie. De fabriek werkt met het Recover Upcycled Textile System voor wereldwijde kledingfabrikanten en retailers.

Bert van Son, oprichter en ceo van Mud Jeans, bij een stapel nieuwe gerecyclede spijkerkleding: “ Door de vezels te recyclen met de nieuwe combinatietechniek kunnen de jeans een hoger aandeel krijgen dan de 40 procent post-consumer gerecycled katoen. Dan wordt productie van 100 procent post-consumer gerecycled jeans mogelijk.” (beeld: Mud Jeans)

 

Mechanisch en chemisch recyclen

Het spijkergoed van Mud Jeans bevat momenteel 23 tot 40 procent post-consumer gerecycled katoen dat in de fabriek met mechanische recycling wordt teruggewerkt tot vezels.

Mechanisch recyclen heeft echter nadelen: het proces verkort de vezels na enige tijd en deze vezels moeten – om een krachtige stof te behouden – worden gemengd met biologisch katoen. Die nadelen zijn te voorkomen door chemisch te recyclen.

Het mechanisch recyclen van katoen is bovendien een zwaar machinaal proces. Oud spijkergoed wordt versneden en versnipperd en opgewold tot vezels. Deze lijken op biologisch of conventioneel katoen, het verschil is dat ze niet wit zijn maar grijsblauw.

Het chemisch recyclen van katoen lijkt op de productie van Tencel of Viscose uit houtpulp. Het oude katoen verandert met een zoutoplossing in een soort pulp. Van dit pulp wordt filament, draad, gemaakt dat in vezels wordt geknipt.

Bert van Son, oprichter en ceo van Mud Jeans: “Omdat die vezels enorm sterk zijn en na een tijd niet korter worden willen we chemisch gerecyclede vezels gaan gebruiken voor de jeansproductie.”

Door de vezels te recyclen met de nieuwe te ontwikkelen combinatietechniek kunnen de jeans een hoger aandeel krijgen dan de 40 procent post-consumer gerecycled katoen. Dat maakt productie van volledig post-consumer gerecyclede jeans mogelijk.

De mechanisch gerecyclede vezels komen deels van oud Mud spijkergoed en worden op dit moment met de Recover techniek geproduceerd. De chemisch gerecyclede SaXcell vezels komen van Saxion University. Deze vezels bestaan uit katoen textielafval en zijn volledig chemisch tot cellulose te recyclen. Saxion heeft veel kennis en ervaring met het chemisch recyclen van katoen omdat het instituut hier al jaren onderzoek naar doet.

“Met dit project willen we laten zien dat het technisch en economisch mogelijk is om spijkerbroeken te maken van volledig post-consumer gerecycled katoen”, zo verwacht Van Son. Om de innovatie uit te werken ontving Mud Jeans 1 miljoen euro investering van Doen Participaties en het Participatiefonds Duurzame Economie Noord-Holland.

Detail van het proces: het spinnen van de gerecyclede katoenen vezels gemengd met biologisch katoen tot garens bij Tejidos Royo in Valencia, de stoffenfabrikant van Mud Jeans. Deze garens worden vervolgens geweven tot nieuwe denimstof.

Denim worden vezels: het verwerken van de ingezamelde jeans bij Recover in Banyeres de Mariola bij Valencia. Deze fabriek van Ferre is gespecialiseerd in kledingrecycling en innovaties in verduurzaming voor de kledingindustrie. De onderneming werkt met het Recover Upcycled Textile System voor wereldwijde kledingfabrikanten en retailers.

 

Simpele jeans voor recyclen

Om efficiënt te recyclen houdt Mud Jeans de spijkerbroeken simpel. Van Son: “We gebruiken zo weinig mogelijk materialen en mengen materialen niet onnodig. En we gebruiken vier verschillende stoffen met twee verschillende composities. Zo bestaat de denimstof zonder stretch uit 40 procent post-consumer gerecycled katoen aangevuld met 60 procent biologisch katoen. De stretch denim stof bestaat dan weer uit 23 procent post-consumer gerecycled katoen, 75 procent biologisch katoen en 2 procent elastaan. De knopen en rivets zijn gemaakt van 100 procent roestvrij staal en dus ook recyclebaar. En we gebruiken geen leren labels op de jeans maar printen deze. De broek blijft daardoor monomateriaal en is bovendien veganistisch.”

De papieren labels en indigoverf voor het verven van het garen zijn cradle2cradle-gecertificeerd. Dit betekent dat materialen veilig zijn voor iedereen die ermee in aanraking komt, zowel in de productieketen als tijdens het gebruik en dat deze recyclebaar zijn. In de afgelopen drie jaar heeft het bedrijf 12.000 van deze oude jeans van storten of verbranden gered door ze te gebruiken voor de productie van nieuwe spijkerkleding.

 

Dit post-consumer gerecycled katoen voor nieuwe spijkerbroeken wordt geproduceerd bij het naburige Tejidos Royo in Valencia, de stoffenfabrikant van Mud Jeans. Daar worden de gerecyclede katoenen vezels gemengd met biologisch katoen, tot garens gesponnen, geverfd en geweven tot stoffen.

Vervolgens gaan de denimstoffen naar Yousstex International, de jeansfabrikant in Touza, Tunesië waar ze worden genaaid en gewassen. Het afgewerkte spijkergoed komt tot slot naar het magazijn in Nederland, van waaruit het opnieuw wordt verkocht of geleased.

Door relatief dicht bij huis te produceren vermijdt Mud Jeans het onnodig de wereld rondsturen van producten en kan het merk haar milieu-impact verkleinen. Mud Jeans is tevens gecertificeerd CO2-neutraal: het bedrijf compenseert de negatieve milieu-impact door te investeren in windmolenparken en het planten van bomen. De jeansformule wil de impact verder verkleinen door in de nabije toekomst  samen te werken met pakketbezorger Fietskoeriers.

Hoeveel Mud Jeans met de nieuwe techniek qua milieubelasting verwacht te besparen is nog niet te zeggen. Dit zal het project uitwijzen. Het merk is een van de pioniers in circulaire jeans. Inmiddels hebben andere merken collecties van hergebruikte denimstof. Ze werken samen in de Alliance for Responsible Denim.

Logische stap

Het is een logische stap naar een volledig recyclebare jeans, volgens Mud Jeans-ceo  Bert van Son. “Katoen is een van de hoofdingrediënten voor het maken van een jeans. Helaas is conventioneel katoen een grondstofintensief gewas dat enorm veel water, pesticiden en insecticiden gebruikt, met een immens negatieve milieu- en sociale impact als gevolg.”

Deze impact kan volgens hem worden beperkt met biologisch katoen. “Omdat hier geen pesticiden en insecticiden aan te pas komen is de impact op mens en milieu aanzienlijk minder. De impact van gerecycled katoen is volgens wetenschappelijk onderzoek nog kleiner dan die van conventioneel en biologisch katoen. Dit katoen moet namelijk niet meer groeien en heeft geen water, insecticiden of pesticiden nodig. Volgens ons is dit de meest duurzame vorm van katoen.”

 

Hergebruiken in gesloten systeem

“Mud Jeans wil motiveren om te recyclen, daarom bieden we klanten een korting aan als ze een oude jeans opsturen. We accepteren ook andere merken om te recyclen, zolang de jeans maar voor 96 procent van katoen is”, vertelt hij. “Wanneer we deze oude jeans ontvangen voeren we een kleine kwaliteitscontrole uit. Is de kwaliteit nog goed genoeg, dan krijgt de broek een tweede leven via het vintageprogramma en wordt de broek verkocht of geleased als vintage. Is de kwaliteit niet meer voldoende, dan wordt de jeans gerecycled.”

Mud Jeans is al enige jaren bezig met hergebruik van gebruikte spijkerbroeken. Klanten van de jeansformule kunnen een spijkerbroek leasen. Daardoor komen gebruikte jeans in een gesloten systeem weer terug voor recycling.

De klant die een jeans in de webshop van Mud bestelt, komt terecht in een duurzame keten. Is hij een nieuwe leaser, dan betaalt hij eerst een membership fee van € 29 en een maandhuur van € 7,50. Hij krijgt zijn bestelling verpakt in een Repack van duurzaam verpakkingsbedrijf Original Repack dat ervoor zorgt dat verpakkingen tot 15 keer kunnen worden hergebruikt. Consumenten sturen de verpakkingen via de brievenbus weer terug, een verzendmethode die de omloop van karton vermindert.

Woont de klant in Nederland, Belgie of Duitsland, dan kan hij het retourlabel gebruiken om gratis een oude jeans retour te sturen. Na een jaar stoppen de automatische betalingen en kan de klant kiezen: houdt hij de broek – zonder extra kosten – of start hij een nieuwe lease en stuurt hij de oude broek terug? Voor die tweede lease betaalt de klant dan € 5 maandelijks.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

:

 

 

 

Snelle handel geeft omzet extra prikkel

Leon van den Elsen is samen met Debbie Eijkemans, Jeroen van Wijk en Johan Senders verantwoordelijk voor Stocklife.

Tekst: Ria Besseling

Nieuw platform helpt ondernemers bij inkoop voor actie of seizoen

Stocklife, B2B platform voor in- en verkoop van restpartijen, kan een interessant nieuw aankoopkanaal  worden. Ondernemers kunnen hier terecht wanneer zij artikelen voor actie, promotie en seizoen willen kopen. Snelle steeds wisselende handel geeft de omzet een extra prikkel. Dit is wat Stocklife kan betekenen.

 

Hoe ziet de werkwijze van Stocklife eruit?

“Geïnteresseerde pondernemers kunnen via de website anoniem bieden op partijen van de verkopende bedrijven. Ze kunnen ook zelf producten aanbieden. Niet snel lopende artikelen bijvoorbeeld, om te zorgen dat de omloopsnelheid maximaal blijft”,vertelt Debbie Eijkemans, samen met Leon van den Elsen, Jeroen van Wijk en Johan Senders verantwoordelijk voor Stocklife.

“Ondernemers kunnen zich aanmelden op onze website. Daarna doen we de intake. Wij doen dit persoonlijk, want dit geeft voor iedereen de beste kansen op een eerlijke prijs en de beste producten op de site. Ons platform koppelt vraag en aanbod”.

“Stocklife neemt voor deze bedrijven het gehele proces uit handen, zodat ze maar een aanspreekpunt hebben en nagenoeg geen werk. We doet dus voor deze bedrijven de intake, het foto’s maken, plaatsen op de website, contact leggen met de bieders en de afhandeling. Dus ook de betaling en het transport wordt uit handen genomen.”

‘Het aanbod varieert wekelijks, afhankelijk van wat er beschikbaar komt. Denk aan frisdrank, etenswaren, gadgets, elektronica, etcetera, etcetera’

Hoe groot is die markt van restpartijen?

“In te veel magazijnen van fabrikanten en groothandels staan partijen te lang. Het gaat vaak om artikelen voor acties, retouren en dergelijke. Uitstekende producten, maar ze zetten druk op de kostbare opslagruimte en ze vormen stille voorraad die niets oplevert.”

“We willen met het inkopen van die “dode” voorraad duurzaam ondernemen en strijden tegen het verspillen van producten en voedsel. Voor ieder product is een nieuwe eigenaar te vinden die de waarde hiervan inziet. Stocklife verbindt dus de juiste mensen met elkaar via dit platform.”

 

Waar komen partijen vandaan? Worden ze direct bij fabrikanten aangekocht?

“Wij richten ons op alle B2B-markten die voorraad willen verkopen en kopen. Dit genereert speciale en unieke producten waar kopers zeer in geïnteresseerd zijn. Bedrijven die met ons samenwerken bieden de producten anoniem aan”, vertelt Debbie Eijkemans.

“Wij checken de volledigheid van de partij. Dus verkopers met unieke producten trekken kopers aan op dit handelsplatform, waardoor ze op termijn eerder van hun voorraad af zijn op een eerlijke, makkelijke en duurzame manier. En anoniem, want de aangemelde kopers bieden anoniem op de partijen. Zo blijft de handel interessant voor de kopende partij.”

Hoe ziet het aanbod eruit?

“Het aanbod van die restpartijen varieert wekelijks. Dat zijn zeer verschillende producten, afhankelijk van wat er op de markt beschikbaar komt. Daarbij kan het gaan om restpartijen, overschotten of partijen waarvan de houdbaarheidsdatum in zicht komt of waarvan de verpakking is verouderd.”

“Denk aan frisdrank, etenswaren, gadgets, elektronica, etcetera, etcera. Kortom: zowel food als non food. Dus ook vers gekoelde en diepgevroren producten. Onlangs was er frisrank en er zijn ook kipnuggets geveild.”

 

‘Ondernemers kunnen verrassing brengen met bijzondere actieproducten of seizoensartikelen zoals speelgoed en kleine gadgets. Er is altijd wel iets wat je zelf of als groep kunt inkopen en verdelen onder elkaar’

 

Welke locaties zijn geschikt voor partijenhandel?

“We denken aan locaties als tankstations met veel dagelijkse traffic die aan een uitvalsweg liggen, dichtbij een woonwijk en een assortiment voor dagelijkse boodschappen brengen. De ingekochte producten vormen dan een extra aanvulling en variatie op het aanbod. Het gaat om verrassing brengen met bijzondere actieproducten of andere seizoensartikelen zoals speelgoed en kleine gadgets. Er is altijd wel iets wat je zelf of als groep in kunt kopen en dit kunt verdelen onder elkaar. Kansen zien en benutten”’, ziet Van den Elsen.

 

Hoe krijgt de ondernemer een partij aangeleverd?

“De producten worden na verkoop snel naar de koper verzonden. Deze staan namelijk bij de verkopende partij en de transportafdeling van Stocklife zorgt voor het vervoer. Ook hebben we partners die de gekoelde en diepvriesproducten voor ons vervoeren om de temperatuurregistratie en dus de kwaliteit te waarborgen”, aldus Van den Elsen. “Ons platform verzorgt tevens de betaling van de partij. En we garanderen tevens de kwaliteit van de aangeboden producten.”

 

Hoe ziet het verdienmodel eruit?

“Stocklife verdient haar omzet met een percentage van de verkoopsom van de koper en de verkoper. Bedrijven die een partij willen verkopen werken met ons samen op no-cure-no-pay basis. Zij blijven anoniem, belangrijk om een eerlijke prijs voor de waarde van de partij te verkrijgen.”

 

 

 

 

Blik presteert prima als circulaire verpakking

 

Bonduelle communiceert blik als eindeloos recyclebaar

In Nederland wordt 95 procent van de metalen verpakkingen gerecycled. Voor stalen blikjes is dit 98 procent. Dit betekent een bijna gesloten recyclingketen die nog maar een fractie verder kan sluiten.

Blik is het meest gerecyclede verpakkingsmateriaal dat verder gaat dan de Nederlandse (85 procent) en Europese (50 procent) doelstellingen voor recycling, zo kwam naar voren tijdens een rondetafelsessie over blik van Bonduelle.

Consumenten zijn zich nauwelijks bewust van de mate waarin blik wordt gerecycled. De goede prestatie van blik komt door de aandacht voor hergebruik van glas en kunststof weinig uit de verf. Blik is bovendien eindeloos recyclebaar, zonder verlies van kwaliteit.

Bonduelle wil daarom binnenkort op diverse producten met de sticker ‘blik is eindeloos recyclebaar’ en een verwijzing naar informatie op de website het belang van blik als hoogwaardig en efficiënt verpakkingsmateriaal communiceren.

De producent van groenteconserven verpakt 80 procent van haar assortiment in stalen blikjes. Het blik beschermt de groenten tegen licht, lucht, vocht en andere invloeden. Dankzij deze beschermende eigenschappen van blik hoeft Bonduelle geen conserveermiddelen toe te voegen. De verpakking is het conserveermiddel.

 

Blik: eindeloos recyclebaar

Nederlanders gebruiken iedere dag gemiddeld zeven verpakkingen per persoon. De productie en het transport van al deze verpakkingen kost energie en grondstoffen. Tegelijk beschermt de verpakking het product: minder productverlies bespaart energie en grondstoffen. Het maken van duurzame keuzes is belangrijk. Blik is in dat licht een aantrekkelijke optie. Het heeft al jaren de hoogste recycling rate in Nederland en Europa.

 

Groenteconserven: gemak in plantaardig

Bonduelle wil bijdragen aan het welzijn van consumenten door plantaardige voeding toegankelijk te maken op een smaakvolle, gemakkelijke en verantwoorde manier, aldus Friek van Helden van Bonduelle tijdens de bijeenkomst.

Dankzij groenten in blik is het makkelijker om de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid groenten en peulvruchten te eten. De groenten zijn snel te bereiden, lang houdbaar en bevatten veel voedingsstoffen. Bonduelle oogst de groenten als ze rijp zijn en de optimale hoeveelheid voedingsstoffen bevatten. Binnen drie uur na de oogst worden de groenten verwerkt en eenmaal in het blik neemt de voedingswaarde nauwelijks meer af.

 

Minder suiker en zout en mini’s

In lijn met het Akkoord Verbetering Productsamenstelling reduceert Bonduelle al jarenlang het zout- en suikergehalte in de groenten. Dit gebeurt stapsgewijs, zodat consumenten aan de nieuwe smaak wennen en niet thuis alsnog zout en suiker toevoegen. De zomergroenten bevatten helemaal geen toegevoegd suiker meer.

Bonduelle heeft tevens zogenaamde mini’s geïntroduceerd: kleine blikjes met porties die geschikt zijn voor kleine en seniorenhuishoudens en inspelen op de trend naar het mixen van verschillende ingrediënten.

 

Over Bonduelle

Het Franse familiebedrijf Bonduelle is met € 2,7 miljard omzet het grootste groentemerk in de wereld. In Nederland is het de tweede speler op de markt voor groenteconserven.

Quetzal Chocoladebar heeft gestage uitrol voor ogen


Formule gaat mee in goede marktkansen voor chocolade

Quetzal Chocoladebar opent met regelmaat nieuwe locaties. Robert Hoenderdos, master franchisegever Nederland, heeft een gestage uitrol naar vijftien tot twintig vestigingen voor ogen. De formule gaat mee in de goede marktkansen voor chocolade.

De opmars van Quetzal-formule in Nederland en Belgie gaat onverstoord door. Onlangs begon chocoladebar nummer veertien, ditmaal aan het Stadhuisplein in Rotterdam. En in meer Nederlandse steden duikt de formule op, nadat de eerste Nederlandse Quetzal Chocoladebar in het najaar van 2016 in Amersfoort opende.

De franchiseformule brengt een uitgebreid aanbod producten van diverse chocoladesoorten. Op de menukaart staan bijna honderd soorten chocolademelk, maar ook chocolademilkshakes, ijs en fruit met chocolade, brownies, wafels, flensjes en andere chocoladeproducten.

 

Waar komen de chocoladeproducten van Quetzal vandaan?

‘De chocolade en aanverwante producten worden in de chocoladebars van Quetzal op een ambachtelijke en duurzame manier gemaakt van grondstoffen van Belgische chocoladeleveranciers. Alle producten worden dus vers bereid in de winkel.’

‘De halfproducten die afgebakken moeten worden zoals wafels, brownies en chocolade boterkoek, komen bij een geselecteerde kwaliteitsbakker in Nederland vandaan zodat iedereen altijd dezelfde kwaliteit heeft.’

 

Hoe heeft het assortiment van Quetzal zich ontwikkeld sinds de start van de formule in Nederland?

‘De formule brengt producten gebaseerd op diverse soorten chocolade. Op de menukaart staan ongeveer honderd soorten chocolademelk, maar ook chocolade milkshakes, ijs en fruit met chocolade, brownies, wafels, flensjes en andere chocoladeproducten. In het aanbod tevens koffie, thee, smoothies en sappen.’

‘Het assortiment van Quetzal is al meer dan vijftien jaar succesvol in België. Voor Nederland zijn er een klein aantal producten toegevoegd en een enkel artikel is verdwenen. Een voorbeeld is de toevoeging van de wafels en flensjes en het verdwijnen van de chocolademousse. Een populair product is de High Choq, een chocoladearrangement voor twee personen en er is een specialiteit als actie van de maand.’

 

 

U heeft een gestage uitrol van de formule voor ogen naar tussen de vijftien en twintig vestigingen in ons land. In Rotterdam kwam de tiende winkel.

 

‘Dat is de veertiende Quetzal-winkel in totaal,  waarvan twee in Duitsland en twee in Belgie,  en inderdaad de tiende in Nederland. We zouden echter sneller kunnen groeien als het vinden van de juiste locaties niet zo moeilijk was in de steden waar we ons graag willen vestigen.’

 

‘De winkel in Rotterdam voldoet volledig aan de eisen als het gaat om de vestigingsplaats, veel passanten, studenten en natuurlijk toeristen. Het Stadhuisplein ontwikkelt zich tot een uitstekende locatie voor formules als Quetzal.’

Waarom is volgens u choco zo hot op dit moment?

‘Chocolade is hot omdat het mensen een goed gevoel geeft. Verder zijn er steeds meer onderzoeken dat chocolade een goede invloed heeft op het menselijk gestel. Pas nog heeft een onderzoeker aangetoond dat een chocolademelk na het sporten goed is voor het herstellen van het lichaam. Chocolade geeft de mens een geluksgevoel.’

Vandaar dus die goede marktkansen voor formules met chocolade en chocoladeproducten?

‘Ja, de consument is bovendien op zoek naar iets nieuws en iets anders, Koffiezaken zijn er genoeg; de meeste breiden op dit moment hun assortiment uit om meer klanten te trekken. Vanuit de basis chocolade zijn er weinigen die dit specialisme naar voren brengen. Maar natuurlijk hebben we ook gewoon een hele goede kop koffie.’

Toch moesten sinds de start van Quetzal in Nederland twee jaar geleden inmiddels drie vestigingen van Quetzal sluiten. Op welke locaties was dit en wat waren de redenen voor sluiting?

‘Die sluitingen hadden twee redenen. De eerste en belangrijkste is wel het toch net niet zijn van de juiste locatie. De andere reden is helaas van persoonlijke aard: de gezondheid laat soms de juiste exploitatie in de steek. De vestigingen die nu dicht zijn zaten in Nijmegen, Helmond en Purmerend.’

Wat zijn de belangrijkste groeipijnen voor een nieuwe formule? Hoe kunt u deze beperken en zich hiertegen wapenen ?

‘De groeipijnen voor een nieuwe formule zitten in het zoeken naar de balans van groei en de snelheid ervan. Er wordt veel gevraagd van ondernemers en de franchisegever. Dat vraagt een absoute samenwerking en focus van een ieder dezelfde kant op. Dit is zeker in het begin niet altijd even makkelijk.’’

Hoe onderscheidt de keten zich tussen de vele andere opkomende zoete formules in de winkelstraat?

‘Het onderscheid van Quetzal is duidelijk: wij werken met verse producten en bereiden alles vers voor de mensen. Vers en zuiver zie je ook in de vier soorten chocolade die altijd vloeibaar in de bars aanwezig is om de producten vers te maken.’

Hoe selecteert de onderneming nieuwe locaties en franchisenemers in Nederland? Welke plekken zijn kansrijk?

‘Zoals gezegd is de juiste locatie vinden het moeilijkst. Zoeken naar plekken met voldoende passanten, studenten en toeristen is de eerste focus. Dat vind je grote en middelgrote steden in Nederland. We zijn nu te vinden in onder meer Amsterdam, Utrecht, Haarlem, Den Bosch, Leiden, Hoofddorp en Maastricht. De doelstelling is om jaarlijks vijf vestigingen te openen.’

Hoe doet Quetzal, een van oorsprong Belgisch concept, het elders in Europa? Er zijn nu chocoladebars in Leuven en Antwerpen en in Chemnitz en Leipzig in Duitsland.

‘Duitsland en België zijn landen die zich goed ontwikkelen met nu vier locaties. België als basis van de chocolade natuurlijk voorop. De winkels zijn gevestigd op locaties in stadscentra en trekken klanten als studenten en toeristen.’

www.quetzal.nl

 

 

Oudere berichten »

 

  Vakinfo voor de foodketen ©2024 Ria Besseling