Tekstwerk Wieringen

SUEZcircpac helpt al bij ontwerp bij circulair maken van verpakkingen

Ria Besseling

SUEZ helpt bedrijven met circpac vanaf het ontwerp bij het volledig circulair maken van verpakkingen van plastic, karton en metaal. Wanneer bedrijven al bij het ontwerpproces ook de recycling aan het einde van de levensduur meenemen ontstaat een volledig circulaire verpakking.

Circulair begint bij het ontwerpen van verpakkingen, niet bij het recyclen. Dat is de opzet van circpac waarmee grondstoffenconcern SUEZ bedrijven begeleidt op hun route naar een circulaire economie.

Het concept is een logische stap voor SUEZ; de afvalwerker heeft immers inzicht in de stromen die voor herverwerking binnenkomen. En daarvan wordt een groot deel efficiënt verwerkt. Kijken we naar de stroom plastic, dan werd er van de 512 miljoen kilo plastic verpakkingen die er in 2017 op de markt waren zo’n 300 miljoen kilo gescheiden ingezameld en vervolgens 258 miljoen kilo gerecycled tot bijvoorbeeld nieuwe verpakkingen. Het merendeel van die verpakkingsstromen is dus te herverwerken – echter een deel kan in de praktijk maar moeizaam worden gerecycled tot hoogwaardige nieuwe verpakkingen.

 

Het inzamelen en sorteren van deze stroom verloopt niet altijd vlekkeloos. Dat komt doordat bepaalde verpakkingen van bijvoorbeeld zwart kunststof, biologisch afbreekbaar plastic of meerlagen materiaal niet goed te sorteren zijn of niet passen in het proces van plastic recyclen. Circpac kan fabrikanten hierbij ondersteuning geven.

‘Het ontwerp van een verpakking is cruciaal om circulariteit te garanderen’

Vier stappen in recyclekwaliteit

Efficiënt recyclen begint dan in feite met het goed ontwerpen van verpakkingen. Dat betekent dat al vanaf het begin van de levenscyclus van verpakkingen, naast de productkwaliteit, ook de recyclekwaliteit tegen het licht moet worden gehouden.

“Circpac beoordeelt zowel bestaande verpakkingen als nieuwe verpakkingen op daadwerkelijke recyclebaarheid”, vertelt Vincent Mooij, hoofd circpac bij SUEZ.

Het concept bestaat uit een traject waarin SUEZ samen  met het bedrijf de volgende vier stappen in de recycling bekijkt:

  • Wordt het materiaal ingezameld? Op welke wijze? Hoe grootschalig gebeurt dit? B2B of alleen bij huishoudens?
  • Is sorteren nodig en technisch mogelijk? En welke recycleroute volgt deze verpakking?
  • Kan het materiaal worden verwerkt tot nieuwe grondstof? Zitten er materialen in de verpakking die de recycling belemmeren?
  • Is er een toepassing voor het gerecyclede materiaal? Is er een markt? En kan het materiaal ‘virgin’ materiaal vervangen?

“Het mooie is dat wij onze operationele kennis en big data kunnen gebruiken om een optimale analyse te maken. Bij elk van deze stappen kunnen er verschillen zijn per land. Het is dus belangrijk om ook te kijken naar de afzetmarkt van een verpakking om vervolgens de lokale situatie tegen het licht te houden”, legt Vincent Mooij uit.

Fotos: SUEZ

Van ontwerpen tot herverwerken loont

Advies van ontwerpen tot herverwerken biedt voor bedrijven voordelen en besparingen. “Er is momenteel veel aandacht voor duurzaamheid van bedrijven. Veel consumenten, maar ook de politiek zien de wereldwijde problemen van vervuiling en het grote aandeel verpakkingsmateriaal daarin.”

“Dit heeft zijn weerslag op het consumentengedrag – wat koop ik? – en op de politiek – welke wetten worden er geïmplementeerd? Door al in de ontwerpfase van een nieuwe verpakking na te denken over hergebruik en recycling neemt de producent in een vroeg stadium verantwoordelijkheid om vervuiling tot een minimum te beperken”, vertelt Mooij.

“We zien verder dat de Europese organisaties voor producentenverantwoordelijkheid steeds meer gaan werken aan bonusmalussystemen. Denk aan een korting op de producentenbijdrage wanneer jouw verpakking aantoonbaar recyclebaar is. Of aan een extra belasting als je verpakking niet minimaal voor 30 procent uit gerecycled materiaal bestaat.”

“In Nederland geldt sinds 1 januari een korting van 40 procent voor vormvaste plastic verpakkingen. Dit betekent een besparing van 260 euro per ton plastic dat wordt gebruikt. Hiermee worden producenten gestimuleerd om duurzame keuzes te maken.”

Fabrikanten, verpakkers en retailers

Circpac is interessant voor merkfabrikanten, verpakkers en retailers. Mooij: “Het gaat met name om dagelijkse producten die breed verkrijgbaar zijn bij supermarkt of drogist. Het mooie is dat het concept niet alleen is gericht op verpakkingsdeskundigen. Fabrikanten werken samen in een combinatie van marketeers, inkopers en technici die een gezamenlijke missie hebben om hun verpakking te verbeteren”, ziet hij.

“Veel grote merkproducenten zijn al bezig om hun verpakkingen over vijf, zes jaar volledig herbruikbaar, recyclebaar of composteerbaar te maken.  Een stap verder is deze verpakkingen ook van gerecycled materiaal maken.”

SUEZ werkt met circpac momenteel samen met brandowners in de FMCG zoals Procter&Gamble, plasticproducenten en brandowners voor producten in de zorgsector. Ook internationaal bestaat er interesse voor de aanpak.

Ontwerpafdelingen: drie P’s plus R 

Als het gaat om de wensen en behoeften op ontwerpafdelingen bij het circulair maken van verpakkingen staan de drie P’s van verpakkingen altijd centraal.

Protect – het beschermen van het product, Preserve – de houdbaarheid garanderen en verlengen en Promote – merkuitstraling en communicatie met de klant.

Deze functies blijven integraal onderdeel van een verpakking. Hier is nu ook de R van Recyclebaar aan toegevoegd.

Soms wringen de recyclebaarheid en die vier basisprincipes met de andere eisen. Met name om een langere houdbaarheid van versproducten te garanderen worden bepaalde barrièrelagen toegepast en worden er verschillende typen plastic op elkaar gelijmd. Deze verpakkingen zijn vaak niet of zeer lastig te recyclen. Andere keuzes in een verpakking en materiaalgebruik kunnen dan soms uitkomst bieden.

Ook het heroverwegen van het doel van een verpakking kan leiden tot nieuwe inzichten en andere keuzes. Zo kan, zeker in West-Europa, voor sommige producten een kortere houdbaarheid een prima oplossing zijn. Zo’n heroverweging van de houdbaarheidsduur kan dan resulteren in het gebruik van andere materialen die beter recyclebaar zijn.

Dat doel kan ook zijn het opnieuw toepassen van de materialen van de recyclebare verpakkingen. Deze moeten dus opnieuw het primaire materiaal op een hoogwaardige manier kunnen vervangen. Nu is de ideale te herverwerken kunststof verpakking plus het etiket van eenzelfde materiaal gemaakt.

Acht vragen over circpac aan

Gian de Belder, Packaging Technologist – Packaging Sustainability bij

Procter&Gamble Strombeek-Bever (B).

Gian de Belder is een van de zeven genomineerden voor de Award Plastics Recycling Ambassador of the year die op 11 april in de RAI Amsterdam wordt uitgereikt.

Waarom is Procter&Gamble met circpac begonnen?

“Circpac is de nieuwe consultancy service van SUEZ die toelaat om verpakkingen te ontwerpen en te evalueren op recycleerbaarheid en circulariteit. Daarnaast kunnen verpakkingen co-ontwikkeld worden, door bijvoorbeeld als merk samen met de afvalverwerker een perfect circulaire verpakking te creëren. Circulariteit is niet meer weg te denken uit onze maatschappij, en er was echt een noodzaak om hier een expertisecentrum rond uit te bouwen.”

Welke verpakkingen ontwerpt Procter&Gamble Strombeek-Bever aan de hand van circpac?

“Procter&Gamble BIC (Brussels Innovation Center) is het wereldwijde hoofdkwartier voor de ontwikkeling van F&HC (Fabric & HomeCare) producten, inclusief verpakkingen. Een recent voorbeeld van een circulaire verpakking ontwikkeld in Brussel en wereldwijd gelanceerd is MrProper, een PET-fles met PP doseerdop.”

Hoe zet de onderneming circpac in?

“Met een aantal verpakkingscollega’s hebben we deelgenomen aan de Circpac Discovering Workshop en aan de hand van casestudies hebben we besproken waar we onze huidige verpakkingen nog kunnen verbeteren.”

“In de toekomst zullen we zeker gebruik maken van de diagnoseworkshops waar circpac vanaf dag 1 betrokken is bij de ontwikkeling van nieuwe producten. Het ontwerp van een verpakking is cruciaal om circulariteit te garanderen. SUEZ heeft ongelooflijk veel kennis op het gebied van inzameling, sortering en verwerking van kunststof verpakkingsafval en is dus de ideale partner.”

Welke zijn de doelstellingen van de ontwerpafdeling van P&G bij het circulair maken van verpakkingen?

“Procter&Gamble heeft meerdere duurzaamheidsdoelstellingen rond verpakkingen. In 2010 werd aangekondigd dat we tegen 2020 dubbel zoveel plastic recyclaat willen gebruiken in de verpakking. Wereldwijd gezien spreken we over 52.000 ton per jaar.

Bovendien willen we ervoor zorgen dat minstens 90 procent van al onze verpakkingen wereldwijd recycleerbaar zijn. Tegen 2030 dienen alle verpakkingen recycleerbaar of herbruikbaar te zijn. Samenwerking met partners binnen de volledige keten is hierbij cruciaal. Dit is in lijn met onze doelstellingen Ambition 2030 and 2020 Sustainability goals.”

Waar liggen knelpunten? Waarom?

“In theorie zijn alle verpakkingen recycleerbaar, in de praktijk is dit alleszins anders. Er zijn vijf pilaren om tot een circulaire economie te komen, en elk heeft zijn uitdagingen. Momenteel is het grootste knelpunt dat er niet genoeg wordt ingezameld en dat de sortering niet altijd perfect verloopt. Om dit laatste punt te verbeteren draagt Procter&Gamble bij als projectleider van HolyGrail, die de gehele keten samenbrengt om een nieuwe ‘barcode’ voor recycling te implementeren.”

 

Koninklijke Vezet start Employer Branding campagne

 

Groenteverwerker versterkt inspanningen om medewerkers te binden

 

Koninklijke Vezet gaat mee in de forse groei van gezond gemak. De groenteverwerker levert een dagelijks volume van 800.000 producten exclusief naar ruim 700 Albert Heijn supermarkten. Goede medewerkers zijn onmisbaar voor het verwerken van een dergelijke stroom. Omdat deze steeds lastiger zijn te vinden versterkte het bedrijf haar Vezet Academy en deze maand gaat een uitgebreide Employer Branding campagne live.

 

Groenteverwerker Vezet, dat zich sinds vier jaar Koninklijk mag noemen, telt 1500 medewerkers. Daarvan bestaat de helft uit flexkrachten die worden geworven via het inhouse Employment Center.

De behoefte aan mensen is groot en veel vacatures blijven niet vervuld. Onlangs waren er bij mooi weer niet voldoende mensen voor de productie waardoor deze achterbleef en de klant in de supermarkt misgreep. Er kwam uiteindelijk personeel uit Polen en Spanje, maar het blijft een structurele lastige situatie voor een dagvers leverancier.

Iedere dag moeten er in vier fabrieken in Warmenhuizen aan in totaal 72 productielijnen 300 verschillende verse gemaksproducten worden verwerkt. In de voorbewerkingsfabriek worden de vers aangeleverde groenten gewassen en gesneden, in de kookgemakfabriek komen kant-en-klare groenteproducten en -mixen van de band, de maaltijdgemakfabriek is er voor de koelverse maaltijdsalades en pizza’s, terwijl in de fruitgemakfabriek fruitmixen en fruitproducten worden verpakt.

“Door de aanhoudende groei van de markt voor gezond voedsel,  met name in het gemakssegment zijn we uitgegroeid tot een van de grootste Europese spelers voor gemaksgroente, gesneden fruit, maaltijdsalades, ultra verse maaltijden en koelverse pizza’s”, vertelt HR manager Ronald Woerden. “De producten komen uit Warmenhuizen, maar ook uit zusterbedrijven en uit Scandinavië. Dat internationale karakter zal in de toekomst steeds meer gestalte krijgen.”

Om de groei qua bezetting bij te benen staat Koninklijke Vezet op het punt om een nieuw hoofdstuk te beginnen in haar bedrijfsvoering. “Door veranderingen in onze bedrijfsstructuur en aanscherping van onze ambities zijn er in Warmenhuizen op sleutelposities vacatures ontstaan. We willen die graag invullen met kwalitatieve ambitieuze personen die samen met ons Koninklijke Vezet naar een hoger plan kunnen brengen. Voor ons is het zaak om voorop te blijven lopen. Hierdoor blijf je  een aantrekkelijke werkgever waar mensen graag willen werken. Maar ondanks dit mooie streven lopen wij op sommige vlakken toch echt wel aan tegen de steeds krappere arbeidsmarkt”, erkent de HR manager.

Kentering in arbeidsmarkt erg snel

Die kentering in de arbeidsmarkt ziet Ronald Woerden vooral het laatste half jaar heel erg snel gaan. “Gelukkig zijn we als organisatie gewend om snel te schakelen en te anticiperen. We zijn daarom vorig najaar al gestart om ons beter weg te zetten als goed werkgever. Er is een uitgebreide Employer Branding campagne opgezet die we medio deze maand verwachten live te zetten. Ook het voor tweede jaar op rij winnen van de Jaarprijs Goede Voeding – dit jaar met onze pureersoepen – en het winnen van Beste Onderneming van Noord-Holland zal een handje helpen”, verwacht hij.

De ideale oplossing voor het oplossen van een steeds krapper aanbod van mensen is er op dit moment niet. “Maar met onze gedreven en nuchtere cultuur gaan we deze uitdaging aan en het is op dit moment belangrijk dat we het sociale aspect niet uit het oog verliezen. Het belangrijkste de mensen aandacht geven en te werken aan hun ontwikkeling en duurzame inzetbaarheid. Wanneer je medewerkers tevreden zijn en positief over de organisatie praten is dat de beste PR die je als bedrijf kunt krijgen.”

Door medewerkers een prettige werkplek met goede opleiding- en ontwikkelmogelijkheden te bieden wil de groenteverwerker mensen binden en houden.

“En natuurlijk marktconforme arbeidsvoorwaarden hanteren. Daarnaast staat communicatie altijd erg hoog als het gaat om de tevredenheid. De overlegstructuren moeten goed zijn ingericht en er worden evaluatiegesprekken gehouden.”

“Maar het zit hem ook vaak in de kleine dingen. Een verjaardagscadeautje, taart, nieuwsjaarslunch etcetera. We hadden met het mooie weer een ijskraam en werd er op ijs getrakteerd. Verder vieren we een jubileum uitgebreid, hebben we iedere twee jaar een groot personeelsfeest en wordt er jaarlijks een kerstmarkt georganiseerd”, noemt hij als voorbeelden.

Om de tevredenheid van onze mensen goed te monitoren vindt er iedere twee jaar tevens een medewerkers onderzoek plaats. “Dan is het natuurlijk ook belangrijk dat je daar een goede opvolging aan geeft zodat de medewerkers ook zien dat het goed is om hier aan mee te werken”.

 

Vezet Academy versterkt

 

Het opleiden van de mensen gaat al sinds 2010 via de eigen Vezet Academy. “In deze tijd voorzagen wij al grote problemen om operators te werven. Deze beslissing is een van de beste geweest om onze mensen te motiveren en te behouden. Inmiddels hebben 250 medewerkers hun MBO diploma gehaald. Op dit moment loopt er een tweejarig traject voor drie klassen. Deze groep medewerkers heeft een dag in de week les. Behalve de docenten spelen de praktijkbegeleiders een grote rol gedurende het opleidingstraject. Bij Vezet zijn maar liefst 14 praktijkbegeleiders opgeleid om dit traject zorgvuldig te begeleiden. Het afgelopen jaar hebben we de Academy verder uitgebreid en volgen de leidinggevenden ook bepaalde modules”.

 

Snelle groei uitdaging voor “onboarden” (more…)

BD Graan opende nieuwe fabriek voor biologisch meel

BD Graan in Middenmeer nam onlangs officieel de nieuwe productieruimte in gebruik. De groothandel in biologisch graan verwerkt in de nieuwe fabriek granen tot productie- en consumptiegereed meel en mengsels.
Biologische bakkers kunnen voor hun broodproducten rechtstreeks bij het bedrijf meel op maat in de juiste samenstelling en vochtgehalte bestellen.
De producten gaan verder ook via de groothandel naar biologische bakkerijen, groothandels en supermarkten.
De biologische gerst, tarwe, haver, rogge, spelt, boekweit en gierst die BD Graan verwerkt komt deels van elders en deels uit het buitenland. Een klein deel wordt op eigen land geteeld en als lokaal product uitgeleverd. Het graan gaat daarnaast naar collega molenaars.

Het akkerbouwbedrijf van zestig hectare in de Wieringermeer in Noord-Holland dat Jelte Wiersma vijftig jaar geleden begon, is door dochter Ank, schoonzoon Harry Donker en hun opvolger zoon Jan in de afgelopen jaren verbreed met de teelt van biologische granen waaronder tarwe, spelt, gerst en haver.
De gewassen werden jarenlang in een verwerkingslijn op het eigen bedrijf verwerkt totdat investeren in een moderne maalderij met een grotere capaciteit noodzaak werd. De nieuwe productielocatie van de familie Donker heeft nu een verwerkingscapaciteit van zo’n 3000 ton per jaar.

De moderne fabriek van BD Graan verwerkt niet alleen de granen van eigen land, maar ook gewassen van Nederlandse biologische collega-boeren en buitenlandse granen zoals boekweit, gierst, rijst of quinoa.

In de fabriek vindt het pellen, schonen en malen van de eigen tarwe, gerst, haver en rogge plaats, aangevuld met granen uit het buitenland..
Ook muesli wordt bij BD Graan verwerkt tot kant-en-klaar product dat via de groothandels terecht kan komen in winkels zoals biologische supermarkt Ekoplaza.

Alle granen die worden gemalen moeten voldoen aan dezelfde eisen als de reguliere granen. Ank Donker: “We zijn altijd op zoek naar zaaigraan met goede bakcijfers, maar ook de natuur heeft hier zijn invloed op. We kunnen de bakgranen intern controleren op bakkwaliteit in ons eigen laboratorium”.

In de verwerking en processing van de granen zijn het op klantniveau samenstellen van het graan, meel en de graanvlokken en ook het bepalen van het vochtgehalte belangrijke aspecten voor de uitlevering in 25 kiloverpakkingen. Harry Donker: “Alle producten hebben productspecificaties die afnemers kunnen opvragen. Goede biologische granen moeten beantwoorden aan de hoge verwachtingen van de bakkers die er mooie stoere stevige broodproducten van willen maken. Zo zit er in het graan voor een goede houdbaarheid maximaal 15 procent vocht, voor graanvlokken die langer houdbaar moeten zijn, is dit 12 tot 14 procent.”

Het vernieuwde proces kent enkele innovaties zoals rvs silo’s die goed schoon zijn te houden, nieuwe stenen waarop de granen worden gemalen en de procesbewaking werd verbeterd met metaaldetectie.

De fabriek is energieneutraal ingericht, in lijn met de biologische bedrijfsvoering van het akkerbouwbedrijf. De energie voor het productieproces wordt opgewekt met eigen windmolens en zonne-energie.

Versketens werken samen voor een betere data-uitwisseling

Vijf dingen die we moeten weten over FreshUpstream

Versproducenten gaan voor in de keten –  tussen de schakels van boer, tuinder, veehouder, visser, verwerker, handel en logistiek – samenwerken om data beter ketenbreed te kunnen delen.

Deze samenwerking in de stichting FreshUpstream is nieuw, want tot nu toe delen vooral producent en retailer gegevens. Vijf dingen die we volgens programmamanager Harrij Schmeitz en voorzitter Philip den Ouden moeten weten over FreshUpstream.

1 – De participerende partijen
GS1 Nederland is een drijvende kracht achter het
platform en de belangrijkste sponsor. Diverse brancheorganisaties
ondersteunen de stichting FreshUpstream: het Groenten-
Fruit Huis, de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie
(FNLI), Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO
Nederland), het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL)
en FrugICom. Ook bedrijven als Vion en Fruitmasters doen
mee.
De stichting FreshUpstream werkt intensief samen met en
draagt bij aan het onderzoeksproject Trusted Source over
betrouwbare informatie over voeding, opgezet door het
Ministerie van Economische zaken en Wageningen UR.
Versketens werken samen aan data-uitwisseling
Versproducenten gaan tussen de schakels van boer, tuinder, veehouder, visser, verwerker,
handel en logistiek samenwerken om data beter ketenbreed te kunnen delen. Deze samenwerking
in de stichting FreshUpstream is nieuw, programmamanager Harrij Schmeitz en
voorzitter Philip den Ouden brengen ons op de hoogte.

2 – De doelen
FreshUpstream wil voor diverse versketens
ketenbreed de GS1-standaarden toepassen. De standaarden
worden nu vooral toegepast in de keten voor AGF-producten.
In andere ketens – zuivel, vlees, vis – is dit minder. Natuurlijk
wordt er op veel plaatsen gewerkt aan het delen van informatie.
Dit is erg gefragmenteerd en de initiatieven sluiten niet op
elkaar aan. Versketens hebben in het delen van informatie nu
vooral te maken met informatie over product, volumes, aantallen,
logistieke info en dergelijke.
In de AGF-keten is door ketenpartijen zelf, door het oprichten
van FrugIcom, het initiatief genomen om het delen van informatie
sterk te verbeteren door een breed draagvlak voor
bestaande standaarden, vooral de GS1-standaarden, te bou-
wen. FreshUpstream bouwt voort op die ervaring waar
FrugICom in de AGF-keten al jaren GS1 als standaard hanteert
en nu werkt aan een verdere internationalisering van datauitwisseling
in de AGF-sector.
Door uit te gaan van bestaande en goed werkende standaarden
en deze in alle versketens toe te passen, kan efficiënt worden
gewerkt en kunnen kosten en tijd worden bespaard. Door dezelfde
DigiTaal te gebruiken, wordt communicatie niet alleen
binnen ketens, maar ook tussen ketens, sterk bevorderd.
GS1 fungeert daarbij als onafhankelijke organisatie die wereldwijd
afspraken over verschillende identificatiestandaarden (bijvoorbeeld
voor product en productcategorie of productielocatie) en
informatiestandaarden (welke informatie staat waar?) ontwikkelt
en vastlegt voor het effectief uitwisselen en toegankelijk maken
van informatie over product, producent en productie.

FreshUpstream-Infographic-050318 (002)

 

3 – Zo gaat FreshUpstream bijdragen aan
voedselveiligheid
Gegevens uitwisselen door hele keten heen kan onder meer
bijdragen aan het verder verbeteren van de voedselveiligheid.
Het gaat dan niet alleen om informatie over het product,
maar ook om de productiewijze, de productkwaliteit en de
grondstoffen voor de verse producten zoals groenten of vlees
en vleeswaren. Dan wordt duidelijk of de teler of veehouder
tijdens de productie bijvoorbeeld gewasbeschermingsmiddelen
of antibiotica heeft gebruikt en waarvoor het product of de
producent is gecertificeerd, ook voor partijen verder in de
keten.
Hier horen gegevens bij van de locatie van het productiebedrijf
en van de locatie voor de opslag van de versproducten. Informatie
van deze schakels geeft meer inzicht over de herkomst
van het vers. Ook hiervoor hoeft geen nieuwe identificatiestandaard
te worden opgezet: het bestaande Global Location
Number (GLN) voldoet prima als uniforme coderingsmethode
door de keten heen.

4 – De voordelen voor de voedingsmiddelenketen
Een uniforme standaard voor het uitwisselen van gegevens in
de hele keten moet leiden tot voordelen voor de hele keten.
Dus ook voor partijen in de primaire schakels. Stroomlijnen voor
een betere informatievoorziening vergroot de beheersing van
de hele aanvoerketen richting consument.
Ook de verwerkers – de voedingsmiddelenfabrikanten – hebben
veel baat bij dit initiatief. Immers, versproducten zijn hun belangrijkste
grondstoffen. Betere, betrouwbare en meer
informatie uit voorliggende ketenschakels die efficiënt toegankelijk
wordt gemaakt, is een evident voordeel. Essentieel ook
voor een naadloze distributie en logistiek: efficiënte bestel- en
leverprocessen en uitlevering.
Stroomlijnen kan ook veel bijdragen aan betere beheersing van
grondstofgebruik en dus minder voedselverspilling bij fabrikant,
handel en retailer.

5 – De voordelen voor de consument
Voedingsmiddelenfabrikanten kunnen een betere
informatievoorziening en een grotere transparantie over de
productiewijze aan de consument bieden. Zij kunnen werken
met meer uitgebreide, correcte en transparante productinformatie
van een goede datakwaliteit voor etiketinformatie op het
product.
Fabrikanten krijgen meer duidelijkheid over de herkomst en
kwaliteit van grondstoffen, de locaties waar versproducten zijn
geproduceerd, zijn be- en verwerkt, waar ze werden verpakt en
waar ze werden opgeslagen. De industrie vergroot hiermee de
transparantie over de producten naar de markt.

Vier domeinen
In het stroomlijnen van data uit het primaire deel van de
keten focust FreshUpstream zich om te beginnen op informatie
binnen vier domeinen: gewasbeschermingsmiddelen,
dierbehandelingsmiddelen, diervoeders en de toepassing van
het global location number (GLN). De stichting overlegt voor
ieder domein met partijen om de vervolgstappen vast te stellen.
Ook start ze een bredere discussie over het belang van
voedselveiligheid en het borgen via informatie-uitwisseling.

Meer informatie: freshupstream.com en www.gs1.nl

Utrechtse banketbakkers Harry Hagdorn en Martin Kroon beginnen met wennen aan rustjaar

De Utrechtse banketbakkers Harry Hagdorn en Martin Kroon zagen het twee jaar geleden duidelijk voor zich: de winkel overdoen aan een ander. Na ruim veertig jaar zes dagen per week werken werd het tijd om iets te minderen. Nu het traject van sluiten en verkopen achter de rug is overheerst opluchting. En begint het wennen aan rust.

De winkel was een begrip in de hechte winkelstraat in Utrecht. Banketbakkerij Hagdorn aan de Amsterdamsestraatweg had in zeventig jaar een uitgebreide en gevarieerde klantenkring opgebouwd. Er kwamen generaties lang zeer trouwe wekelijkse klanten tot mensen die voor speciale gelegenheden of af en toe voor iets lekkers de winkel opzochten.
Dat is sinds enkele weken definitief verleden tijd. De winkel aan de lange rechte Straatweg, gevestigd in twee panden naast elkaar, werd per 1 juli verkocht aan een projectontwikkelaar die er een kleine winkel en vijf appartementen in gaat realiseren.
De banketproducten in de toonbank hebben plaats gemaakt voor lege ruimten waar straks een andere ondernemer in trekt.
Banketbakkers, ondernemers en partners Harry Hagdorn (61) en Martin Kroon (58) en hun team van drie medewerkers namen in 2016 de ingrijpende beslissing na jarenlang hard werken. Twee jaar lang duurde echter hun zoektocht naar een koper, liefst een collega en opvolger die ook met banket wilde starten. Niemand die trek had in het maken van gebak, bonbons en taarten, en dan vooral niet in de vele uren die het vak in deze winkel met zich meebracht, zo bleek na enige tijd.
Hagdorn kijkt terug op een prachtig vak. “Vooral het maken van speciale taarten en chocoladeproducten deed ik altijd met plezier. Voor Martin was het verkopen van onze producten zijn passie”.
Minderen geen optie
Het was voor Hagdorn niet gemakkelijk om er destijds een punt achter te willen zetten. Een zoektocht die lange tijd zonder resultaat bleef met bovendien op de achtergrond de gedachte dat Hagdorn senior er zeventig jaar geleden mee was gestart, maakte dat Harry Hagdorn het er een tijd moeilijk mee had.
“Omdat we geen grote groep personeel hebben is minderen geen optie. Je kunt niet gaan schuiven met medewerkers en een dag sluiten is ook niet mogelijk. Je hebt iedere werkdag nodig om de productie voor de winkel af te krijgen”, zo zag hij al snel.
“We hebben uiteindelijk Beko Advies ingeschakeld om ons met de verkoop te helpen. Misschien was er wel iemand te vinden die de benedenverdieping als filiaal zou willen overnemen. Maar om naar het bovenhuis te gaan moet je door de winkel en de productieruimte. Er zou dan zou veel verbouwd moeten worden”, zo bedacht Hagdorn.
“Wij wilden het gehele pand verkopen en er zelf niet boven blijven wonen. En om nu de benedenruimte en de bovenwoning apart te verkopen zou er een grote verbouwing plaats moeten vinden. Hier hadden wij geen zin in”, zo redeneerde hij.
Nu is het verkocht aan een projectontwikkelaar die er een kleine winkel en vijf appartementen in gaat realiseren.
“De panden waren ons eigendom en zijn uiteindelijk naar tevredenheid verkocht. Het besluit om te stoppen was voor mij emotioneel, want mijn vader is de banketbakkerij begonnen en ik heb hem gesloten”, zo benadrukt hij nogmaals.
Impact klanten onderschat
De laatste verkoopdag eind mei was een succes, zagen Harry en Martin. “We schonken de hele dag koffie en serveerden er natuurlijk wat lekkers bij. Het heeft in Utrecht en wijde omgeving veel losgemaakt dat Banketbakkerij Hagdorn ging sluiten.  Generaties lang kwam men al naar onze banketbakkerij. We zouden dit jaar zeventig jaar bestaan. We hadden niet gedacht dat dit zo’n impact zou hebben bij de klanten”, zo zagen de Utrechtse ondernemers. “We  werden overstelpt met bloemen, drank, waardebonnen en nog veel meer. Dat heeft ons heel erg goed gedaan”.
De  koper heeft wel bedongen dat het pand leeg opgeleverd zou worden. Wij hebben een bedrijf in de arm genomen die dit voor ons heeft gerealiseerd. De winkel en de productie ruimtes zijn leeg evenals het woonhuis.
En nu? “We hebben een appartementje gekocht in Breukelen en gaan zeker genieten van wat meer vrije tijd. We sluiten niet uit dat we nog wat werk gaan doen want we weten nog niet of we al geschikt zijn om achter de geraniums te gaan zitten”, stelt hij vast. “We houden ons beschikbaar, alleen niet meer voor zes dagen per week”.
Ook Martin Kroon, al 25 jaar partner van Hagdorn  en mede-eigenaar van de winkel, staat achter het besluit. Naast wennen heerst er opluchting bij de twee banketbakkers. Het zal zeker wennen zijn na jaren bijna altijd werken. Er is nu meer tijd voor genieten van rust.
Sinds 1948
Banketbakkerij Hagdorn kijkt terug op zeventig jaar geschiedenis.  De winkel aan de  Straatweg begon in 1948 met Jan Hagdorn, afkomstig uit een bakkersfamilie. De winkel ontwikkelde zich in de jaren daarop snel tot een zaak met een assortiment van hoogwaardige banketproducten en groeide uit tot een begrip in Utrecht. In 1987 nam zoon Harry de winkel over. Hij voegde aan het assortiment  producten als bonbons toe en breidde uit met een enorm assortiment chocoladeproducten.
Bekend van Hagdorn waren de dubbeldekker tompoucen waarvan er op de jaarlijkse braderie  met gemak 6000 verkocht werden. Een topper in de verkoop was het hazelnoot slagroom gebak.

 

 

Zo gaat de last mile eruit zien

De toekomst is aan duurzame distributie en slimme logistiek.

Picnic zet de klant aan het stuur van de bestelketen

Boodschappen bestellen en bezorgen app only

Picnic verlaagt voor de klant twee cruciale drempels voor online boodschappen bestellen: de kosten en het tijdstip van bezorgen. De foodbezorgdienst rijdt met elektrische vrachtautootjes op vaste tijden door de wijk, net als de bus. Aan het stuur van de bestelketen zit de klant met zijn mobiele Picnic app. Zijn bestelling komt op de aangegeven tijd aan de deur, gratis en voor de laatste prijs, claimt Picnic.

De online supermarkt rijdt al in de grote steden van ons land. De uitlevering vindt plaats vanuit distributiecentra in Nijkerk, Utrecht en Diemen, Eindhoven en Rotterdam.

Handyman XL: winkel voor praktische oplossingen voor alledaagse projecten en kleine problemen

De XL–pilotstore van Handyman in winkelcentrum Helftheuvelpassage in Den Bosch is het vertrekpunt van de koers die Handyman de komende jaren wil volgen. Handyman XL herpositioneerde de franchiseformule van aanbieder van “accessoires en onderdelen voor elektrisch huishoudelijke apparatuur” naar concept voor “praktische oplossingen voor alledaagse projecten en kleine problemen”. Directeur Wilco de Groot ziet het aanbieden van andere assortimenten en services als een vanzelfsprekende stap in de ontwikkeling van de formule.

Libanese bakker start bedrijf in Vlissingen

Ibrahim El Yamani begon in april in Vlissingen een broodfabriek met Libanees brood en banket. Hij wil met khibiz en baklava een plaats op het broodschap veroveren.

 

Moutfabriek Holland Malt Eemshaven breidt uit

Moutfabriek Holland Malt in de Eemshaven, onderdeel van Bavaria, is druk bezig geweest met een uitbreiding. De fabriek verdubbelt de capaciteit en plaatste nieuwe silo’s voor de opslag van brouwgerst. Eerder werden al de efficiency in productie en logistiek verbeterd. De uitbreiding van de mouterij is afgerond waarna nu de nieuwbouw in gebruik komt.

 

« Nieuwere berichtenOudere berichten »

 

  Vakinfo voor de foodketen ©2024 Ria Besseling